"Ik werkte als consultant bij een consultancybedrijf toen m'n baas me op een vrijdag meedeelde dat ik die maandag voor drie maanden naar Engeland moest. Nog straffer werd het toen bleek dat ik was ingehuurd om iets te doen wat ik helemaal niet kon: werken met een boekhoudprogramma. Gelukkig bleken we met twee de klus te moeten klaren. Een Nieuw-Zeelandse consultant en ik. Zij had er duidelijk wel kaas van gegeten. Terwijl ik m'n tijd vulde met het maken van exel-bestandjes, ving zij al de rest op. Ik ben nooit door de mand gevallen.
We verbleven met al de consultants die meewerkten aan het project in hetzelfde hotel: dat ging van Zwitsers en Fransmannen tot Engelsen en een paar Belgen. De meeste onder hen waren freelancers. Allemaal erg goed, en een hecht clubje. De "brotherhood of contractors" werd het weleens genoemd. Geen sfeer van afgunst, maar van samenwerking. Via dit netwerk ben ik nadien ook aan een aantal opdrachten geraakt.
Nederig
Ik heb er niet zo lang gewerkt, maar lang genoeg om heel wat te leren over de Engelse cultuur. Er bestaat wel degelijk zoiets als de eilandmentaliteit. Het basisidee: wat wij hen te bieden hebben betekent eerder een achteruitgang dan een vooruitgang. En wanneer ze zich al eens naar onze contreien wagen, dan is dat om ons te redden. Ze leunen duidelijk dichter aan bij Amerika dan bij Europa. Ook politiek is dat de laatste jaren erg duidelijk geworden.
Op werkvlak zijn de Engelsen heel hoffelijk en vriendelijk. Naar hun baas vertaalt zich dat zelfs in nederigheid. Als Engelsman kan je het je simpelweg niet veroorloven om je baas tegen je in het harnas te jagen. Als je in hetzelfde domein een andere job wil, dan moet hij je immers referenties bezorgen. Krijg je die niet, dan kan je het vergeten. Misschien dat grote bedrijven daarom voor belangrijke projecten met "contractors" werken. Daar spelen die gevoeligheden veel minder.
Plat
Hoe beleefd en vriendelijk de Engelsen zijn tijdens de werkuren, zo plat en onbeschoft zijn ze nadien. Samengevat kan je stellen dat het een zootje zuiplappen en hooligans zijn. Meteen na het werk vertrekt iedereen naar de pub om naar het voetbal te kijken. Ik heb geen enkele Engelsman ontmoet die niet sinds zijn vijfde fervent en trouw aanhanger was van een voetbalploeg. Ongeacht rang of stand, op café trekken ze hun voetbaltruitjes aan en zijn ze meer dan bereid om te vechten met supporters van de andere ploeg.
Een andere bezigheid in de pub is vrouwen versieren. Dat verloopt sowieso veel losser dan hier. Met een vrouw het bed induiken heeft letterlijk en figuurlijk weinig om het lijf. Gezien de mannen (en vaak ook de vrouwen) tegen dan al behoorlijk dronken zijn, kijken ze niet zo nauw. Met als gevolg dat zelfs de lelijke draken enorme kapsones krijgen. "Jij kan mij niet krijgen", denken ze. En ze kunnen het zich nog permitteren ook! <lacht>
Na drankgelag, voetbal en vrouwen volgt een snelle hap. In een dronken gezelschap vaak een genante bedoening. Meestal eten ze een "curry" of iets in die aard. Een mooie afsluiter van een evenwichtig en gezond dagmenu: 's morgens beginnen ze met worstjes en 's middags volgt iets gefrituurd. Tussendoor eten ze minimum drie zakjes chips. Eentje om tien uur, eentje bij het middageten, en eentje als vieruurtje."
E-mail Danny: dainkes@gmail.com
Ook interesse?
- Wil je graag getuigen over je ervaring in het buitenland? Mail naar de redactie.
- Droom je van een buitenlandse ervaring? Lees meer op 'Werken in het buitenland'.