De nuancering in de werkzaamheidsgraad Vlaams-Brabant
De werkzaamheidsgraad geeft aan hoeveel procent van de bevolking op beroepsactieve leeftijd ook effectief aan het werk is. In het eerste kwartaal van 2024 is de werkzaamheidsgraad volgens de EAK-data in Vlaams-Brabant 73,1% en daarmee het laagste van alle Vlaamse provincies.
Er zijn twee methodieken om de werkzaamheidsgraad in kaart te brengen, volgens de EAK-data en de VAR-data:
1. De EAK-data zijn afkomstig van een sociaal-economische steekproefenquête bij gezinnen die ook wordt uitgevoerd in de andere EU-lidstaten. De statistische dienst van de Europese Unie, EUROSTAT, coördineert deze terugkerende bevraging. Het Belgische luik van de bevraging wordt gecoördineerd door Statbel. Volgens de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) vertoont Vlaams-Brabant een dalende trend in de werkzaamheidsgraad, te beginnen vanaf het eerste kwartaal van 2020. In onderstaande tabellen zie je de EAK-data:
2. Een andere methodiek om de werkzaamheidsgraad in kaart te brengen is de VAR-data. De VAR-data zijn gebaseerd op een combinatie van diverse administratieve bronnen en reiken tot op gemeentelijk niveau. Deze data worden opgesteld door Steunpunt Werk. Volgens de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR) vertoont de werkzaamheidsgraad in Vlaams-Brabant een stijgende trend en bedraagt deze in 2022: 81,6% voor de groep van 25-64 jarigen. De VAR-data toont dus met andere woorden een andere tendens dan de EAK-data.
Door de administratieve koppeling lopen de VAR-data achter en verwachten we tegen eind 2024 een update te krijgen van de stand van zaken in 2023. In onderstaande grafiek zie je de VAR-data:
Specifiek voor de provincie Vlaams-Brabant speelt de samenstelling van de bevolking, de aanwezige arbeidsreserve, en de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt een belangrijke rol in de huidige werkzaamheidsgraad die een gezamenlijke aanpak vereist.
Johan Viaene, directeur VDAB Vlaams-Brabant: “Deze cijfers wijzen niet op een reden tot ongerustheid voor de provincie. Het is wel duidelijk dat er bredere inspanningen nodig zijn. Samen met vele partners moet Vlaams-Brabant blijven investeren in het bereiken en activeren van inactieven door middel van gerichte oriëntering, opleiding en inclusieve werkgelegenheid. We sluiten onder andere samenwerkingsakkoorden af met lokale besturen en richten ons op een gezamenlijke aanpak tussen VDAB Brussel en Vlaams-Brabant. Samen maken we het verschil.”