Katrien (34) studeerde nog toen haar vriend aan de slag ging bij het Belgische agentschap voor ontwikkelingssamenwerking. Ze vertelt: “Hij heeft zich toen onmiddellijk kandidaat gesteld voor een programma om twee jaar in Rwanda te werken. Ik zag dat helemaal zitten. Het was altijd een droom van me om naar het buitenland te kunnen. Toen ik mijn laatste examen gedaan had, vertrokken we. Maar eerst zijn we nog halsoverkop getrouwd omdat dit beter was voor allerlei praktische zaken. En ook uit liefde, uiteraard. <lacht> Ons avontuur in Rwanda viel zo goed mee dat we erna ook nog twee jaar naar Ethiopië trokken.
Omheind huis
Na Ethiopië woonden we een tijd in België en sinds januari is Oeganda ons nieuwe thuis. Letterlijk ook, want we hebben ons huis in België leeggemaakt en alle spullen naar hier gebracht in een container. Dat was belangrijk voor onze twee kinderen. Ze zijn drie en vijf, en wilden graag alle vertrouwde dingen uit België meenemen naar Afrika. Ondertussen zijn ze het al gewoon om hier te wonen. Ik denk dat zo’n ervaring verrijkend is: ze leren een andere cultuur kennen en het is goed voor hun Engels. Ze zitten op een Engelstalige internationale school en op woensdag en vrijdag volgen ze Nederlandse les.
We wonen nu in Kampala, de bruisende hoofdstand van Oeganda. Het is een redelijk groene stad, maar er is wel veel vervuiling en het is hier superdruk. De files zijn immens. ‘k Heb het gevoel dat de stad uit haar voegen barst. We voelen ons hier gelukkig redelijk veilig, maar we zijn uiteraard wel altijd voorzichtig. We wonen in een omheind huis met wachters en ik leg bijvoorbeeld nooit mijn tas op de passagierszetel van mijn auto als het raam openstaat. Wat wel wat beangstigend is, zijn de ‘walk to work’-betogingen van de laatste tijd. De oppositie organiseert die betogingen om te protesteren tegen de corruptie van de regering, de hoge benzineprijzen en de stijgende voedselprijzen. Sinds begin dit jaar is voeding 30% duurder geworden! Wel, deze betogingen draaien geregeld uit op rellen en je hoort dan overal schoten in de stad.
Leuke gordijnen
Mijn man werkt hier als ‘education advisor’. Er zijn in Oeganda nog heel wat ongeschoolde mensen en de kwaliteit van het onderwijs is heel slecht. Het BTC probeert hier iets aan te doen via Belgische begrotingssteun, technische expertise en gezamenlijke projecten. De Oegandese regering bouwt met de steun van België bijvoorbeeld centra voor beroepsopleidingen uit en leidt lokale leraren op. Het is aan mijn man om na te gaan of dit allemaal goed verloopt en om te overleggen met de lokale bestuurders. Hij doet zijn werk graag en put er voldoening uit, maar soms is z’n job ook wel frustrerend door de corruptie.
Zelf ben ik voorlopig niet van plan om buitenshuis te gaan werken. Ik vind het fijn om volop tijd te hebben voor mijn kinderen. In België kon ik hen nooit zelf ophalen aan school. Nu kan dat wel. Tot nu toe heb ik trouwens enorm veel moeten regelen: de container met al onze spullen leegmaken, een school zoeken, elektriciteit en water aansluiten… Alles duurt hier veel langer dan thuis. Neem nu gordijnen laten maken. Dat is een hele opgave. Je kan niet zomaar in één winkel stof kopen en vervolgens de gordijnen laten maken. Dit gebeurt allemaal op verschillende plekken. Maar ik moet zeggen: intussen heb ik echt leuke gordijnen. <lacht>
Net als mijn man, probeer ik ook een beetje aan ontwikkelingssamenwerking te doen. Ik geef de mensen die bij ons in huis werken de kans om iets bij te leren. Onze wachter bijvoorbeeld zou graag in september zijn rijbewijs behalen en onze huishoudster droomt ervan om hotelmanagement te volgen. Ik bied hen de mogelijkheid om die opleiding te volgen. In Rwanda deed ik dit ook. Ik heb toen de Franse les betaald van mijn wachter. Hierdoor kon hij zijn rijbewijs behalen en werkt hij nu als chauffeur. Het is niet veel, maar het is toch iets!”