We vroegen Karel, Ellen, Lilibet, Dirk en Samantha welke collega het bloed vanonder hun nagels haalt en identificeerden vijf verschillende types.
De pleaser
- Kenmerken:
- De pleaser wil vooral niemand tegen de borst stoten en is heel conflictvermijdend.
- Hij praat iedereen naar de mond en keert met de wind.
- Dit maakt hem uiterst onbetrouwbaar.
- Aanpak:
Geef hem een koekje van eigen deeg. Als je even voorzichtig met hem omgaat, als hij met jou, geraakt hij de kluts kwijt en laat hij in zijn kaarten kijken. En verder vooral beseffen dat hij tegen jou A zegt, maar vijf minuten later tegen je collega B. Hou daar rekening mee.
Karel: “Ik word er eerlijk gezegd een beetje agressief van. Ik kan er niet tegen dat hij niet eerlijk voor zijn mening uitkomt. Toegegeven, het kan er soms wel eens hard aan toegaan tijdens een vergadering, maar dat mag toch? Zulke mensen vergeten dat kritiek op een mening niet hetzelfde is als kritiek op een persoon.”
De pitbull
- Kenmerken:
- De pitbull komt ergens binnen en verwacht dat alles en iedereen voor hem wijkt.
- Hij luistert niet naar je argumenten, en walst vlot over je heen.
- Krijgt hij niet meteen gedaan wat hij wil, dan gaat hij naar je baas, of de baas van je baas.
- Aanpak:
Probeer hem op afstand te houden en laat je niet intimideren. Er is iets van het gezegde: ‘Blaffende honden bijten niet’. Gaat hij toch tegen je advies in, of over je hoofd heen? Neem er vrede mee. Sommige gevechten win je, sommige verlies je.
Ellen: “Ik heb in de loop der jaren beter geleerd hoe ik met mijn collega de pitbull moet omgaan. Vroeger was ik bang voor hem. Het leek alsof hij dit voelde. Tegenwoordig behandel ik hem afstandelijker en zakelijker. Op een of andere manier, reageert hij daar beter op. Hij drijft nog zijn zin door, maar ik heb minder het gevoel dat het persoonlijk is.”
De windbuil
- Kenmerken:
- De windbuil vindt zichzelf geweldig belangrijk.
- Hij hoort zichzelf graag spreken en doet dit ook zeer uitgebreid, zonder iets te zeggen.
- Als je het niet meteen eens bent, heeft hij de neiging zich aangevallen te voelen.
- Aanpak:
Als je iets van een windbuil gedaan wil krijgen, dan kan een compliment helpen. Zeg hem hoe geweldig hij is, prijs hem de hemel in, en hij staat gegarandeerd aan jouw kant. Wat nog? Zelf het werk uitvoeren en hem laten lopen met de credits. Een gegarandeerd succes!
Lilibet: “Ik probeer geduldig te luisteren wanneer hij aan het woord is, maar het lukt me niet vaak. Ik communiceer zelf nogal efficiënt, en erger me dood aan het oeverloze, niet ter zake doende, gezwam. Maar als ik erin slaag om het geduld op te brengen en m’n waardering te uiten, steunt hij me gegarandeerd tijdens het eerstvolgende werkdispuut."
De bivakqueen
- Kenmerken:
- Ze is meer bezig met spelletjes organiseren tijdens de lunch dan met haar werk.
- Haar bureau is één grote chaos: boeken, allerlei doosjes en bokalen, snoep, tekeningen…
- Ze is enthousiast. Heel enthousiast. Op het griezelige af. En een ongeleid projectiel.
- Aanpak:
Neem af en toe deel aan de lunchactiviteiten die ze organiseert. Je zal merken dat je dan op werkvlak meer van haar gedaan krijgt. Informeer regelmatig naar haar kinderen en wat ze dat weekend gedaan heeft. Dan kom je bij haar in de bovenste schuif te liggen.
Dirk: “Als ik haar bezig zie, dan begrijp ik niet dat de collega’s die vlakbij haar zitten, iets gedaan krijgen. Ze is luid en heel erg aanwezig. Zelf beweert ze het altijd geweldig druk te hebben. En dat klopt, maar vooral met zaken buiten het werk. Dat stoort me geweldig.”
De treurwilg
- Kenmerken:
- De treurwilg kijkt sip. Altijd. En Zucht. En klaagt. En zaagt.
- Hij voelt zich weinig gewaardeerd en gerespecteerd.
- Hij ziet overal problemen. Al die onzekerheid zorgt voor een permanente bron van stress.
- Aanpak:
Ga niet mee in de treurwilgs negatieve houding. Hou afstand en reageer zakelijk en correct. Breng zelf geen oplossingen aan, maar vraag wat volgens hem de oplossing is. Als je merkt dat je zelf steeds somberder wordt van het gesprek, probeer dan de aandacht af te leiden door over iets positiefs te beginnen.
Samantha: “Deze collega in de gang tegenkomen is geen lolletje. Het lijkt alsof het huilen hem voortdurend nader staat dan het lachen. Ooit maakte ik de fout om hem te vragen wat er scheelde. Ik kreeg alle ellende van de wereld over me heen gestort. Kort gezegd: voor elke oplossing, verzint hij een probleem. Verschrikkelijk vind ik dat.”