Françoise (42): “Ik werk als vertegenwoordigster van een Belgische NGO in Zuidelijk Afrika. We hebben een programma lopen in drie landen: Zuid-Afrika, Zimbabwe en Mozambique. De grote thema’s waar we rond werken zijn waardig werk en toegang tot gezondheid. Ik ben verantwoordelijk voor de praktische organisatie van ons regionaal kantoor en het correcte verloop, de opvolging en rapportering van ons programma.
In ons kantoor werken twee Belgen en drie lokale medewerkers. En dat zorgt voor wat spanningen. Wij werken met een contract uit België, terwijl de lokale medewerkers een Zuid-Afrikaans contract hebben. Dit betekent dat zij veel minder sociale-zekerheidsrechten hebben. Bovendien moet de ‘baas’ uit Europa komen, waardoor de lokale medewerkers geen kans krijgen om door te groeien.
Mannen en macht
Iets waar ik niet aan kan wennen is het diepgewortelde patriarchaat en de hiërarchische machtslijnen. In Mozambique is het extreem. Een arme boer zal de technicus uit Maputo nooit tegenspreken. Maar de vrouw van de boer mag hem nooit weerwoord bieden. En een vrouwelijke medewerkster zal heel geduldig wachten tot ze het woord krijgt van de mannelijke collega’s, zelfs al is het duidelijk dat zij eigenlijk het best geplaatst is om te antwoorden.
Ook in Zuid-Afrika is dit heel sterk aanwezig en het uit zich in de alomtegenwoordigheid van geweld. Er is extreem geweld bij overvallen. Er is extreem geweld in de reacties op overvallen. Er is het politiegeweld tegen wie protesteert. Zelfs in het parlement worden proteststemmen met geweld onderdrukt. En de mate van huishoudelijk geweld is ronduit catastrofaal. Maar gelukkig maak ik dat allemaal maar vanop een afstand mee.
Patchwork van wijken
Wij wonen in Johannesburg, in een rustige wijk op zo’n 5 kilometer van het vroegere economische hart van de stad. Het is een oude wijk, met alleenstaande woningen gebouwd tussen de jaren 1920 en 1950. De buurt is nog betaalbaar -wij betalen zo’n 700 euro per maand aan huur- en niet ingesloten achter beveiligde muren. Wil je meer veiligheid of recentere woningen, dan moet je naar het noorden van de stad, waar je gemakkelijk 2.000 euro per maand neerlegt voor een appartement.
Johannesburg is een vreemde stad. Er is geen echt centrum, eerder een raar patchwork van wijken. Rijk en extreem arm liggen nooit heel ver van elkaar. Het is ook een uitgestrekte stad, zo’n 40 kilometer van Noord naar Zuid en 30 kilometer van Oost naar West. Naar schatting wonen er 6 miljoen mensen, maar niemand weet het heel zeker, want je moet je niet domiciliëren. Er zijn her en der zeer hippe plekken met leuke bars en lekkere restaurants, mooie parken, gezellige boerenmarkten... Zolang je bereid bent om er wat afstand voor af te leggen, valt er altijd wel iets te beleven.
Moeilijke communicatie
Ik communiceer het meest in het Engels. Het is wel belangrijk om weten dat dit voor de meeste mensen met wie je praat in het beste geval slechts de tweede of de derde taal is. Of het nu gaat om de kassierster in de winkel, de ober op restaurant, de poetsvrouw, de taxichauffeur of je collega’s op het werk. Je moet hier dus niet komen pochen met je meertaligheid. Bijna iedereen spreekt minstens vier of vijf talen.
Communicatie gaat niet enkel over taal. In Zuid-Afrika ligt de apartheid nog vers in het geheugen, en dat kleurt de relaties. Het is moeilijk om je als blanke Europees in te beelden hoe het is om je leven lang onderdrukt te zijn geweest. En die kloof is er nog steeds. Blanken gaan er nog altijd stukken sneller op vooruit op vlak van onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, transport… Zowat de helft van de inwoners van Zuid-Afrika leeft in armoede en zo’n 20 procent in extreme armoede. Dit wil zeggen met minder dan twee dollar per dag. Dat is de realiteit.
Zenuwtergende bureaucratie
Waar ik het moeilijk mee heb, is het feit dat wij hier als buitenlanders enkel “gedoogd” worden. Net als in België wordt het steeds moeilijker om een verblijfsvergunning te krijgen, laat staan een werkvergunning. Ik mag hier tijdelijk verblijven en werken, en mijn man en kind krijgen toegang tot het land op basis van dit visum. Maar mijn man zal hier nooit officieel mogen werken. Hij is sociaal werker en banketbakker en dat zijn hier geen knelpuntberoepen.
Ook de bureaucratie kan zwaar op mijn zenuwen werken. Of het nu bij staatsbedrijven is of in de privé. Je moet stalen zenuwen hebben als je iets wil gedaan krijgen en heel veel geduld. Er staan je wel hulpvaardige mensen te woord, maar ze hebben nooit de bevoegdheid om je echt verder te helpen. Met als gevolg dat je bij de volgende in lijn weer van nul kan beginnen.
Blaffende honden
Een grote verandering in ons leven is dat we hier een kindje kregen. Een deel van onze vrije tijd gebeurt op zijn ritme. In en rond Johannesburg zijn er heel mooie parken, speelpleintjes en natuurgebieden om te gaan wandelen. De zoo van Johannesburg is ook een aanrader, zelfs zonder kinderen. Uit eten kost vaak minder dan zelf koken, dus dat doen we regelmatig. Ofwel op restaurant, ofwel op één van de vele markten die overal in Johannesburg uit de grond schieten.
Wat we vooral missen is de vanzelfsprekendheid van “oude” vrienden. Je leert wel mensen kennen, maar het is niet evident. De hoge muren rond de huizen en elektrische garagepoorten zijn niet meteen uitnodigend. Na drie jaar weet ik nog steeds niet hoe de meeste buren eruit zien, terwijl ik er vaak ga wandelen met mijn kindje. Ik weet wel perfect op welke manier hun honden blaffen.
Mijn contract loopt af in april volgend jaar. Momenteel is de grote vraag of ik nog een nieuwe verblijfsvergunning kan krijgen. Indien niet, dan moet ik op zoek naar een interessante job in België.
E-mail: Françoise: vermeersch.f@gmail.com
Ook interesse?
- Wil je graag getuigen over je ervaring in het buitenland? Mail naar de redactie.
- Droom je van een buitenlandse ervaring? Lees meer op 'Werken in het buitenland'.