Werken na een burn-out
Was je een tijd afwezig op het werk door een burn-out? We leggen uit welke hulp je kan krijgen om terug aan de slag te gaan. Bekijk ook het antwoord op veelgestelde vragen over burn-out en lees de getuigenis van Lieve.
Hulp om terug aan de slag te gaan
-
Gesprek met de terug-naar-je-werk-coördinator
De terug-naar-werk-coördinator van je ziekenfonds bekijkt samen met jou wat je opties zijn om terug aan de slag te gaan.
Ontvang je een ziekte- of invaliditeitsuitkering? Dan kan je bijvoorbeeld een tijd deeltijds werken en je uitkering gedeeltelijk behouden.
Gesprek met de arbeidsarts
De arbeidsarts bekijkt of je oude job nog haalbaar is voor je en of bepaalde aanpassingen op het werk je kunnen helpen.
De naam van de arbeidsarts vind je in het arbeidsreglement of op het gezondheidportaal als je je aanmeldt.
Loopbaanbegeleiding
Wil je graag begeleid worden om opnieuw aan de slag te gaan? Dan is loopbaanbegeleiding misschien iets voor jou. Loopbaanbegeleiding is betalend, maar via loopbaancheques betaal je maar een deel. De overheid betaalt de rest.
Je loopbaanbegeleider gaat samen met jou na welke richting je uit wil. Kan je je oude job terug opnemen als er enkele aanpassingen gebeuren? Of is dit niet haalbaar en zoek je beter ander werk? Je ontdekt wat je wil en kan, en krijgt praktische tips.
Begeleiding om nieuw werk te vinden
Is het niet haalbaar om je oude job terug uit te oefenen? Schakel de hulp in van VDAB. We begeleiden je samen met onze partners om een nieuwe job te vinden.
Ontvang je een ziekte- of invaliditeitsuitkering? Dan moet je wel eerst toestemming vragen aan je ziekenfonds.
Veelgestelde vragen over burn-out
Bij een burn-out is je energie op doordat je brein gedurende een langere periode overbelast is. Je voelt je opgebrand en leeg, en het lukt niet meer om je dagdagelijkse activiteiten uit te voeren.
De meeste experts spreken over een burn-out als er zich tegelijkertijd 3 verschijnselen voordoen:
- Je bent extreem vermoeid.
- Je twijfelt aan je eigen competenties.
- Je hebt cynische gedachten. Je zit bijvoorbeeld op het werk en denkt: ‘Ze mogen de boel in brand steken.’
Burn-out is een energieziekte: je energie is op door overbelasting van je brein.
Depressie daarentegen is een stemmingsziekte: je ziet het allemaal donker in en hebt geen zin meer om dingen te doen.
Bij een burn-out wil je wel nog dingen doen, maar je hebt er gewoon geen energie meer voor.
Er zijn 2 signalen die erop wijzen dat je in de gevarenzone zit voor een burn-out.
- Het kost je meer tijd om je dagdagelijkste activiteiten uit te voeren, bijvoorbeeld je werk of huishouden.
- Je voelt je voortdurend moe en uitgeput.
Daarnaast kunnen er ook stressgerelateerde signalen opduiken.
- Je krijgt lichamelijke klachten, zoals hoofpijn, nekpijn, hartkloppingen, duizeligheid, buikpijn…
- Je slaapt onrustig.
- Je bent snel boos of geïrriteerd.
- Je bent emotioneel.
- Je piekert veel.
- Je bent vergeetachtig.
- Je hebt een opgejaagd gevoel.
Merk je die signalen op? Stap dan zo snel mogelijk naar je huisarts. Trek je onmiddellijk aan de alarmbel, dan is de kans groot dat je er door enkele weken te rusten weer bovenop bent. Wacht je tot je daadwerkelijk in een burn-out zit, dan duurt het meerdere maanden voor je hersteld bent.
De meeste mensen herstellen volledig van een burn-out, maar niet iedereen herstelt even snel. Meestal duurt het meerdere maanden en kan je geleidelijk aan je dagdagelijkse activiteiten weer uitvoeren.
Het herstel verloopt in 3 fasen.
- Fase 1: tijdens deze fase is het belangrijk om te rusten en ontspannen. Accepteer dat je een burn-out hebt en bekijk welke activiteiten je beter tijdelijk stopt. Wees ook mild voor jezelf: dat je een burn-out hebt, betekent niet dat je zwak bent. Vaak zijn het net mensen die hard werken, erg gemotiveerd zijn en een groot verantwoordelijkheidsgevoel die in een burn-out belanden.
- Fase 2: tijdens deze fase probeer je meer inzicht te krijgen. Ga voor jezelf na welke stresserende gebeurtenissen je spanning geven. Bekijk of je die problemen kan aanpakken of hoe je ermee kan omgaan zodat je niet meer overbelast raakt. Je huisarts of een psycholoog kunnen je hiermee helpen.
- Fase 3: tijdens deze fase krijg je opnieuw energie en voel je je beter. Geleidelijk aan lukt het om je activiteiten te hernemen.
- Slaap voldoende, beweeg genoeg en eet gezond.
Op die manier hou je je brein gezond waardoor het minder snel overbelast raakt. - Neem voldoende rust en ontspanning.
- Maak een lijstje met zaken die je tof vindt en waar je energie van krijgt.
Zo weet je waar je van oplaadt en wat je kan doen om te ontspannen. - Bewaak je grenzen en durf nee te zeggen.
Een extra taak op het werk, een verjaardagsfeest van een kennis, een vergadering met het buurtcomité … Je agenda staat vaak sneller vol dan je zou willen. Zeg niet overal ‘ja’ op. Hou rekening met je eigen behoeften en prioriteiten.
Je vindt wetenschappelijk onderbouwde en praktische info over burn-out op gezondheidenwetenschap.be.
Lieve getuigt en geeft tips
Nauwgezet, bevlogen en energiek. Zo omschreven vrienden en collega’s Lieve. Tot op een dag het licht uitging. “Ik zei wel eens tegen m’n man: 'Ik heb het gevoel dat er zo meteen een zekering gaat springen in mijn hoofd. Of zoals bij een gloeilamp: pets, en licht uit.'” En exact dat gebeurde. Diagnose: een burn-out.