Waarom elk talent telt

talent

Er is een krapte

Eind februari 2019 telden we 83.703 vacatures. Tellen we hier vacatures vanuit uitzendkantoren bij, gaat het zelfs over 185.841 vacatures. Een ongezien aantal. De arbeidsmarkt snakt naar personeel. Niet alleen omdat onze economie het nu goed doet. De krapte is ook een gevolg van de uitstroom van de babyboomers, en daardoor is ze meer structureel dan voordien.

Er is een nood

Bovenop de huidige krapte voorspellen studies zoals die van Agoria 'Shaping the future of work' dat onze arbeidsmarkt door de verdere digitalisering zal veranderen. We zullen nog meer dan nu al het potentieel, competenties, kennis, 'handen en voeten' nodig hebben.

In de huidige context van structurele krapte, blijkt de 'klassieke' instroom niet meer voldoende om aan de vraag te voldoen. De arbeidsmarkt is verplicht om dieper én ruimer te kijken. Dieper door de huidige werkzoekenden nog meer, nog innovatiever en nog intensiever te versterken in hun competenties. Ruimer door ook ander onontgonnen potentieel aan te spreken.

Er is potentieel

Naast die krapte en die nood, is er ook positief nieuws. Er is namelijk heel wat potentieel. Dat potentieel schuilt onder andere bij vrouwen met een migratieachtergrond. Alleen een inclusieve arbeidsmarkt zal de klus kunnen klaren.

Waar vinden we nog werkkrachten?

Berekeningen Stijn Baert

Prof. Sarah Vansteenkiste van Steunpunt Werk publiceerde in voorjaar 2018 een leerrijk artikel onder de titel 'Waar kunnen we nog extra arbeidskrachten vinden in Vlaanderen?' Een terechte vraag. Want uit haar artikel blijkt dat er naast de 188.000 uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (dixit prof. Stijn Baert), een veel groter aantal mensen schuilt die momenteel niet (meer) actief zijn. Het is daar dat het potentieel zit.

Een deel van die groep is 'inactief' omwille van ziekte of gezinszorg. Maar opvallend bleek dat er een grote groep mensen is, van maar liefst 200.000 personen, die wel inzetbaar zijn. Omwille van zorg voor kinderen of naaste familie, omwille van ontgoochelingen en het niet overwinnen van een aantal drempels, maken zij (nog) vandaag echter geen deel uit van onze arbeidsmarkt. Vaak ook zonder uitkering.

Waar te beginnen?

Het is een hele uitdaging om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Maar waar zit het potentieel, de handen en hoofden aan de aanbodzijde? En wie zijn die vrouwen met een migratieachtergrond.

We kijken even naar de cijfers. Maar liefst 57% van de laaggeschoolde vrouwen met een migratieachtergrond is 'inactief'. Als we dat vergelijken met de 'huismoeders en -vaders van Belgische afkomst', zien we bij vrouwen met een migratieachtergrond nog veel vaker personen op beroepsactieve leeftijd. Bij deze groep is nog heel wat potentieel te vinden.

Toch is de oplossing niet zo voor de handliggend. Zowel bedrijven als vrouwen met een migratieachtergrond krijgen te maken met enorm veel drempels. Tot nu toe spitste het onderzoek naar vrouwen met een migratieachtergrond zich vaak op vrouwen in verplichte begeleiding naar werk. Wij kiezen bewust voor een bredere aanpak en keken naar alle vrouwen met een migratieachtergrond die zich op dit ogenblik naast onze arbeidsmarkt bevinden, om welke reden ook, met of zonder uitkering.

Een zoekconferentie

Omdat de uitdaging veelzijdig is, de drempels hoog zijn en we elkaar vooral beter moeten leren kennen, organiseerden we een zoekconferentie. Vele andere organisaties en mensen zetten zich ook vandaag al in voor het wegwerken van de drempels tussen VMMA en werkgevers. Maar meteen zien we dat dit onvoldoende is.

Twee dagen lang traden daarom geëngageerde organisaties, werkgevers en vrouwen met een migratieachtergrond met elkaar in dialoog. We vertrokken daarbij vanuit 3x3 inzichten. Werkgevers en vrouwen met een migratieachtergrond die elkaar uiteindelijk vinden. Dat is de uitdaging. Met de zoekconferentie boden we de kans aan alle stakeholders om samen te onderzoeken hoe we deze uitdaging effectiever kunnen aanpakken.