Columns

Guido: vervloekte deadlines

Laat er geen misverstand over bestaan. Ik doe mijn werk erg graag. Nog nooit vond ik het vervelend om stukjes te schrijven. Ik heb aangename klanten. Ze zijn minzaam in de omgang en doen quasi nooit vervelend. En toch is er dat ene ding. Dat ding dat relaties kan verzieken en mensen uit hun humeur kan brengen.

deadline
©Shutterstock

Abonneer je op de nieuwsbrief

Ik geef je even de voorgeschiedenis mee. Voor VDAB schrijf ik al vrij lang teksten. Barbara is mijn contactpersoon. De drijvende kracht zullen we haar noemen (na al die jaren mag zij ook even in de belangstelling staan). Barbara doet nooit moeilijk. Vroeger gaf ze mij jaarplanningen. En data waarop mijn stukjes moesten binnenkomen. 

Dat werkte niet echt, dus deed Barbara nog iets slimmer. De week van het stukje kreeg ik een mailtje. Heel kort. ‘Zou het lukken om je stukje donderdag binnen te brengen?’. Meestal was dat op maandag, waarop ik vol overmoed antwoordde: ‘Ja, natuurlijk’. 

Het is nu vrijdagochtend, en ik schrijf dit stukje. Niet alleen vol schuldbesef, maar gewoon omdat ik gisteren flink in de penarie zat. 

Je hebt zo van die momenten dat het gewoon niet vlot, en ik ben dan voldoende zelfkritisch om het niet door te sturen. Het is dan ook gewoon niet goed genoeg. Maar daar ligt het probleem niet echt. Het probleem ligt in dat ene woordje. De deadline! 

Ik ben een deadline junkie. Ik weet perfect hoeveel tijd ik nodig heb voor mijn werk, en ik handel daarnaar. In het volle besef dat dit niet de juiste aanpak is. De tijd daarvoor -waarin je niets doet, of datgene wat je eigenlijk niet hoort te doen- is niet eens aangenaam te noemen.

Want je weet dat je nog iets moet doen, maar je maakt jezelf wijs dat je daar nog tijd voor hebt. Negenennegentig keer van de honderd loopt het goed, maar soms gaat het dan toch fout. En dan is de volgende dag ook chaos. Zoals vandaag.

Ik heb -bij wijze van experiment- ook eens bij mijn studenten gekeken hoe dat werkt. Bij het begin van de periode lijstte ik alle taken op. Compleet met deadlines, gespreid over het hele jaar. Ik vermeldde erbij dat deze deadlines kunnen helpen om het werk te spreiden, maar dat ze alles ook pas mogen inleveren in de week voor de examens.

Slechtste experiment ooit. Op het moment van de deadline komt er niets binnen, maar sturen 100 studenten een mail om bevestiging te krijgen dat ze hun taak echt niet moeten afgeven op de afgesproken datum. En dat maal vijf, want ze hebben vijf verschillende taken. 

Gisterenmiddag liep ik op de campus rond en zag ik een groepje van vier studenten verwoed hameren op hun klavier. 'Veel werk meneer, al die taken moeten binnen… we hebben dat onderschat!’ Ik voelde met hen mee, maar tegelijkertijd liep ik hoofdschuddend de ruimte uit. 

Wat is ervoor nodig om mensen zoals ons aan het werk te krijgen? Ik word bijvoorbeeld pisnijdig als klanten hun deadline naar voor schuiven, om zeker te zijn dat ik oplever. Dan voel ik me als een kind behandeld.

Ik heb dat truckje trouwens ook al bij mezelf geprobeerd… Valse datum in mijn agenda schrijven onder het mom van werk en organisatie. Maar het hielp niet.

Er zit niets anders op, en het is vreselijk om toe te geven, maar wij zullen tot het einde onzer dagen een vloek zijn voor mensen als Barbara, met haar engelengeduld!

En toch. Mijn nieuw ‘bullet journal’ ligt klaar. 2023 wordt het jaar waarin ik arbeidsdiscipline en werkethos hoog in het vaandel draag. En ik wens jullie allen hetzelfde!

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: druk

Guido's gedacht: "Ik moet mij verontschuldigen. Ik heb weliswaar Abraham al gezien, maar dat betekent niet dat ik over veel inzicht en mededogen beschik. Tot nu."

Guido: schriftelijk geweten

"Ik typ dit stukje in bed. Op een maandagochtend. Om zeven uur. Omdat het kan. Naast mij ligt een vrouw die ook niet uit bed wil komen en min of meer dezelfde job uitoefent."

Guido: bijzaken

"Bij mij hebben bijzaken de neiging om tot veelkoppige monsters uit te groeien. Het lukt me bijvoorbeeld niet om te schrijven als de keuken er niet tiptop uitziet."

Guido: jaloers

"Ik schrijf dit stukje, ongeschoren, in bed, op een vrijdagochtend om negen uur. Mijn meetings gebeuren op een terrasje of op café. En toch ben ik soms jaloers."

Guido: afwas

"Toen ik vroeger als jobstudent werkte, werd er bij ons thuis een nieuwe munteenheid ingevoerd. ‘Amai, dat is duur, daar moet ik zeker vier uur voor afwassen!’"

Guido: zomer

"Heb jij dat ook? Last van jaloezie als je bouwvakkers in de zomer in ontbloot bovenlijf ziet werken? Ik weet nochtans dat het onredelijk is."