Een goed sollicitatiegesprek staat of valt met je voorbereiding: je verzamelt informatie, stippelt je route uit en oefent populaire vragen. Heb je last van verlegenheid, dan ga je best nog een stapje verder in je voorbereiding. Drie tips.

Oefen luidop

Niet alleen wat je zegt is belangrijk. Ook hoe je het zegt is van belang. Oefen je antwoorden op veelgestelde sollicitatievragen daarom niet alleen op papier of in je hoofd. 

Oefen luidop en vraag een vriend om je intussen te observeren en feedback te geven: welke onzekere trekjes komen bovendrijven? Vermijd je oogcontact, zit je ineengedoken aan tafel, friemel je met je handen of praat je erg snel of stil?

Eens je weet wat jouw verlegen trekjes zijn, kan je erop letten en zelfzekerder voor de dag komen.

Train je aankomst

Oefen niet alleen het gesprek zelf met je vriend, maar ook je entree: hoe kom je de sollicitatieruimte binnen?

Wat zeg je tegen de rekruteerder tijdens de ontmoeting? Hoe geef je een stevige hand? Hoe ga je zitten aan de gesprekstafel?

Deze oefening helpt je om het begin van het gesprek vlot door te komen. Goed begonnen is half gewonnen!

Maak je verlegenheid bespreekbaar

Verlegen zijn is lastig, maar geen schande. Je hoeft die eigenschap dus niet koste wat kost te verbergen. Meer nog: door ze bespreekbaar te maken, haal je de druk wat van de ketel. Hoe pak je dat aan?

Bereid een voorstelling voor waarin je verlegenheid ter sprake komt, maar niet met alle aandacht gaat lopen. Voorbeeld: 'Ik ben terughoudend van aard, dat zal je tijdens dit gesprek misschien wel merken. Maar ik ben ook een sterke en betrouwbare organisator achter de schermen.'

Ook de veelgestelde vraag 'Wat zijn je zwakke punten?' is een goed moment om je schuchterheid ter sprake te brengen, en om te buigen naar iets positiefs. Voorbeeld: 'Ik ben stil van aard en voer niet graag het hoge woord. Daardoor heb ik ruimte om te luisteren en pik ik veel op uit mijn omgeving.'