De Australische Jo Miller coacht vrouwelijke leidinggevenden. In haar column in The Muse vertelt ze over een van haar cliënten. Jo: “Chelsea kreeg tijdens haar evaluatiegesprek te horen dat ze naast een promotie greep. Haar chef vond dat ze wel competent was maar te veeleisend overkwam. Daarom leek het hem beter om iemand anders te kiezen. Mijn cliënte was enorm gefrustreerd: ze vond van zichzelf dat ze de enige van haar team was die oog had voor details, hoge standaarden had en aan de alarmbel durfde trekken als dingen fout liepen.
Wat was het probleem bij Chelsea? Dat ze -zonder het te beseffen- een bepaald imago had binnen haar bedrijf dat niet overeenstemde met hoe ze zichzelf zag. Jo legt uit: “We hebben op ons werk allemaal een reputatie die geleidelijk aan -en eerder toevallig- tot stand komt. De mensen waarmee je werkt vormen hun eigen oordeel over jou. Ze positioneren of ‘branden’ je op een bepaalde manier. Dat houdt risico’s in: misschien loop je kansen mis door je reputatie. Daarom is het erg belangrijk om te weten hoe je overkomt: zo kan je je reputatie bijsturen als ze negatief is. De praktijk leert me dat je jezelf in 2 maanden tijd helemaal kan ‘rebranden’.”
Zo doe je het
Dat klinkt veelbelovend, maar hoe pak je dit concreet aan? Jo geeft een stappenplan.
- Stap 1: achterhaal wat je merk is
Om te beginnen moet je weten hoe je momenteel overkomt. Dit kan enkel door ernaar te vragen. Confronterend, maar noodzakelijk. Steek je licht op bij verschillende mensen, bijvoorbeeld je manager, enkele collega’s waar je het goed mee kan vinden en een paar collega’s waar het minder mee klikt. Zo vergroot je de kans dat je een genuanceerd beeld krijgt. Zeg bijvoorbeeld: “Ik zou graag willen weten welk imago ik heb binnen ons bedrijf. Als welk soort medewerker word ik gezien? Je mag de waarheid zeggen en hoeft me niet te sparen. Het is de enige manier om te weten wat ik kan verbeteren aan mezelf.” - Stap 2: vraag je af welk merk je wíl zijn
Kan je je niet vinden in het beeld dat de anderen van jou hebben? Bedenk dan voor jezelf een slogan die beschrijft hoe je wél wil gezien worden. Let erop dat dit een eigenschap is die positief gewaardeerd wordt binnen de bedrijfscultuur. De slogan van Chelsea kan bijvoorbeeld zijn: ‘Ik wil gezien worden als iemand die positief ingesteld is en het beste uit haar team haalt.’ Enkele andere voorbeelden:- Ik wil gezien worden als iemand die projecten doet vooruitgaan.
- Ik wil gezien worden als iemand die zijn medewerkers door dik en dun steunt.
- Ik wil gezien worden als iemand die problemen durft aanpakken.
- Stap 3: gedraag je in lijn met het merk dat je wil zijn
Zorg ervoor dat elke interactie die je met anderen hebt, overeenstemt met het imago dat je wil uitstralen. Het advies van Jo voor Chelsea was bijvoorbeeld:- Geef minder vaak kritiek.
- Formuleer je kritiek op een positieve en opbouwende manier.
- Gooi kritiek die persoonlijk kan overkomen, niet in de groep.
- Overloop tijdens overlegmomenten wat je team goed doet en complimenteer hen.
- Bescherm je team als er kritiek komt uit de buitenwereld. Val hen nooit af.
- Rondde je team een project succesvol af? Bedank hen expliciet via mail en zet het management in cc.
Neem daarnaast ook nieuwe rollen op om je merk in de verf te zetten. Wil je bijvoorbeeld gezien worden als iemand die projecten doet vooruitgaan? Stel je dan kandidaat voor een project waarvan de deadline al overschreden is en probeer het terug op de rails te krijgen. Als dit lukt, zal je indruk maken.
Zin of onzin?
Kan je jezelf echt ‘rebranden’ op de werkvloer? We vroegen het aan een doorwinterde Vlaamse manager die al jaren bij een Japanse multinational werkt. Stefaan: “Ik denk dat het kan, maar enkel als je een eigenschap kiest die in lijn ligt met je ware karakter. Je kan niet een imago proberen op te hangen dat in strijd is met hoe je zelf bent. Dat houd je nooit vol: vroeg of laat val je door de mand. En dat berokkent je meer kwaad dan goed.
Wat ook totaal niet werkt is jezelf positioneren naargelang van de situatie. Ik heb enkele collega’s die er alles aan doen om ons Japans management te imponeren. Ze storten hun bureau vol met stapels papieren en dossiers om hun superieuren te doen geloven dat ze met veel belangrijke zaken op hetzelfde moment bezig zijn. In Japan staat een ‘clean desk’ synoniem voor waardeloos en onbenullig. Tegenover de lageren in rang, houden mijn collega’s de schijn helemaal niet op. Wij weten dat ze geen poot uitsteken en hun gesneuvelde kattenjongen niet meer terugvinden in hun mesthoop. Zoiets zet kwaad bloed. Als je op een bepaalde manier wil overkomen, moet je consequent zijn.
Eerlijk gezegd denk ik dat de beste strategie nog altijd is: gewoon jezelf zijn. Dat is veel minder vermoeiend dan je imago te manipuleren. En klikt het niet? Dan botst het.”