Stefaan werkt voor een Japanse multinational en gaat gemiddeld een derde van zijn werktijd op zakenreis. Hij vertelt: “Ik mag niet overal naartoe omwille van de terreurdreiging. We hebben een departement dat lijsten publiceert op intranet met riskante bestemmingen. Elke maand verschijnt er een update. De zwarte lijst bevat regio’s die verboden zijn: de Gazastreek in Israël, bepaalde delen van de woestijn in Egypte, landen in Afrika zoals Soedan…
Daarnaast hebben we nog lijsten in andere kleuren met landen die minder gevaarlijk zijn. Sinds maart 2016 staat België ook op zo’n lijst. Wie naar ons land wil reizen moet eerst toestemming krijgen van onze baas in Brussel. Opmerkelijk genoeg geldt deze regel niet voor Duitsland, hoewel er daar ook veel ergs gebeurd is. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat Duitsland in zakelijk opzicht belangrijker is dan België. Nu, sowieso heeft Brussel nog altijd een slecht imago in het buitenland. Het gaat soms zover dat we in Brussel een internationale conferentie organiseren en dat de deelnemers in Düsseldorf overnachten.
Behandeld als een VIP
Tijdens het reizen laat mijn bedrijf niks aan het toeval over. Ga ik bijvoorbeeld naar Israël of Turkije, dan moet ik op voorhand elk moment van de dag oplijsten en aangeven met wie ik een afspraak heb. Dit wordt dan gecontroleerd door mijn baas, een medewerker in Tel Aviv, een in Londen en een in Tokio. Ter plekke mag ik niet zomaar een taxi nemen. Ons bedrijf heeft eigen chauffeurs die me komen oppikken en terugbrengen. Ik voel me dan bijna een VIP, maar het is fake. Verder krijg ik op risicovolle plekken ook orders over hoe ver ik ’s avonds van mijn hotel mag. Vaak is dan niet meer dan 100 meter.
Waarom mijn werkgever zo bekommerd is? Voor een groot deel omwille van de verzekeringspolis. Als er een dode valt, gaat de verzekering omhoog. Ik zeg niet dat dit de hoofdreden is, maar het speelt mee. En ik heb nog geluk. Ik ken mensen in andere bedrijven die alleen naar gevoelige landen mogen gaan op eigen risico. De verzekering komt niet tussen als er iets gebeurt. Sommigen zijn zo trouw aan hun job dat ze toch gaan.
Internationale look
Persoonlijk ben ik niet banger geworden, maar ik neem wel minder risico’s dan vroeger. Ik wil niet dat mijn bedrijf me achteraf iets kan verwijten. In Turkije ga ik bijvoorbeeld niet meer zo snel naar het Taksimplein omdat daar vaak demonstraties zijn en de politie agressief kan worden als ze het gevoel hebben dat je je verkeerd gedraagt.
Ook mijn collega’s uit het Midden-Oosten zijn voorzichtiger geworden als ik bij hen ben. Mijn collega Zafrir wil me bijvoorbeeld niet meer meenemen naar Jeruzalem. De mensen daar denken dat ik een Jood ben, waardoor ik potentieel evenveel gevaar loop als de andere Joden. Volgens mijn Turkse vriend Iskender heb ik een gezicht waar je geen nationaliteit kan op plakken. Als ik op straat loop in Israël of iets bestel in een restaurant spreken ze me aan in het Joods. In Iran in het Perzisch, in Turkije in het Turks en in Egypte in het Arabisch.
Mooie Reina
Doordat ik veel reis, ben ik al op heel wat plaatsen geweest waar er een terroristische aanval plaatsvond. De luchthaven van Brussel waar ik kind aan huis ben, de luchthaven in Turkije waar ik al zeker honderd keer op de plaats stond waar de bommen ontploften, de Egyptische Koptenkerk en de nachtclub Reina, waar op oudejaarsavond de hel losbrak.
Ik ging vaak naar Reina en heb er heel goede herinneringen aan. Het is helemaal geen decadente plaats, maar een prachtige plek waar je op je gemak iets lekkers kan eten met uitzicht op de Bosporus. Mijn collega’s en ik vierden er elke donderdagavond onze successen of probeerden ons verdriet over mislukte onderhandelingen te verzachten.
Een Turkse bedrijfsleider heeft me politiefoto’s laten zien van net na de aanslag in Reina. Afgeslachte jongeren die mooi opgekleed waren en onder de tafels lagen waaraan ik zo vaak heb gegeten. Dat was hartverscheurend. Hij wou per se dat ik die foto’s bekeek en zei me: “Dit is waar we moeten mee leren leven.”
Om te eindigen wil ik nog een anekdote geven. Als ik in mijn kantoor in Brussel werk neem ik geregeld de metro die langs Maalbeek voorbijkomt. De ironie wil dat ik er die bewuste dag niet op zat, omdat ik… op zakenreis was. Zo zie je maar.”