De beslissing om ermee te stoppen heeft hij niet van de ene dag op de andere genomen. Ik weet dat het hem verdomd veel moeite heeft gekost om het bijltje er bij neer te leggen. Zowel fysiek als mentaal. Want die school, dat was een wezenlijk deel van zijn leven. Ludo is namelijk nog zo’n schooldirecteur van de oude, maar daarom niet belegen stempel. Een geboren doorgever van kennis. Begaan met zijn leerlingen, met hun toekomst én hun heden. Betrokken bij het wel en wee van zijn lerarenkorps. Altijd bereikbaar voor degenen die hun roeping met hart en ziel uitoefenden. En op een menselijke manier kritisch voor de enkelingen die het onderwijs beschouwden als een ambacht als een ander.
Omdat mijn eigen broer ook al een mensenleven in het onderwijs staat en na al die jaren nog steeds een opmerkelijke bevlogenheid aan de dag legt, en omdat diezelfde broer en mijn schoonbroer beiden begrijpen dat ik een gemankeerde leraar ben, gaan veel van onze gesprekken over het onderwijs. En net zoals dat bij mijn broer gebeurde, zag ik het ook bij Ludo gebeuren. Door de jaren heen voltrok er zich een omwenteling in de motivatie om nog veertien uur per dag met school en lesgeven bezig te zijn. Niet omdat hij daar geen zin in had, want ondanks die mentale verandering bleef Ludo zich zeven dagen in de week keihard inzetten voor 'zijn' school.
Zoals het vaak gaat met mensen die vol enthousiasme aan het uitvoeren van hun droom beginnen, werd Ludo geconfronteerd met het onverbiddelijke verschil tussen theorie en praktijk. Gedurende zijn loopbaan versleet hij een stoet van ministers die zich zonder uitzondering geroepen voelden het wiel opnieuw te ontdekken, het stromend water weer uit te vinden en in een moeite door ook elektriciteit uit te denken. Hervormen, aanpassen, verbreden, uitdiepen, reorganiseren, rationaliseren, democratiseren, implementeren, optimaliseren, assimileren, je kunt het zo gek niet verzinnen of het gebeurde. Elke minister achtte het immers nodig om een – dikwijls modderig – spoor achter te laten. Alsof het onderwijs een soort onderzoek en ontwikkelingsafdeling van het ministerie is.
De schooldirecteur werd een manager die het grootste deel van zijn tijd bezig is met het bijwonen van vergaderingen, die rapporten schrijft, evaluatiegesprekken houdt, budgetten opstelt en opvolgt, zijn team coacht, ouders ontvangt en sust, bij overheidsinstanties opdraaft, commissies voorzit en ervoor moet zorgen dat hij zijn quota haalt om op hetzelfde niveau te kunnen blijven voortgaan. En die daardoor dus steeds minder bezig is met de essentie van het onderwijs: kennis doorgeven. Wat tot nader order nog steeds dé belangrijkste reden is waarom mensen in het onderwijs stappen.
Ludo stopt ermee. Murw gebeukt door een onophoudelijke stroom van verordeningen, decreten en heilloze verplichtingen. En dat is jammer. Voor zijn leerlingen. Voor zijn medewerkers. Voor zichzelf. En voor al die kennis die vanaf 1 september niet meer wordt gedeeld. Jammer, maar begrijpelijk.
Geniet van je pensioen, Ludo.