Columns

Guido: verdienen

Een student van mij begon onlangs op Facebook een discussie. Over hoeveel hij later redelijkerwijs mocht verwachten, qua salaris. Een redelijke vraag, je weet immers niet hoe het er daarbuiten aan toegaat, eens je het veilige nest van studies, hotel mama en de ongebreidelde subsidiëring van het thuisfront vaarwel zegt. Eindelijk zal die verre reis er van komen, eindelijk zal je je eigen wagen kunnen kopen, of die fiets, of wat al niet meer. Op eigen benen staan.

Hoeveel ga ik later verdienen?

Ik moet terugdenken aan mijn eigen studententijd. Ik ben beginnen studeren zonder me af te vragen wat ik daarmee nu eigenlijk professioneel zou gaan aanvangen. Toegegeven, in de tweede licentie, nu is dat ergens tijdens de masteropleiding, zag ik het erg somber in. De vraag naar politieke en sociale wetenschappers was toen niet erg groot. Ik ben wat dingen beginnen bijstuderen, meer economisch, tijdens mijn legerdienst (ja, dat bestond toen nog), om de schade te beperken en de aantrekkelijkheid van mijn cv voor potentiële werkgevers te vergroten. Dat is gelukt.

De vraag naar hoeveel ik zou gaan verdienen, is nooit bij me opgekomen.  Wellicht heb ik geluk gehad. Geluk dat ik bij een werkgever terechtkwam met erg hoge ethische standaarden, en een erg zuiver en open loonbeleid. Het was geen onderwerp van discussie. Er werd je een voorstel gedaan en het was te nemen of te laten. Zij zouden niet beginnen sjacheren, en als jij dat wel wenste te doen maakte je -alleszins bij hen- geen schijn van kans. Ook schermen met een beter aanbod vonden ze maar niets. Dan moest je dat maar gaan doen, maar zij plooiden niet. Heerlijk bedrijf. Ik heb er ongeveer al mijn commerciële vaardigheden opgestoken. En ik heb er zeven jaar gewerkt. Elk jaar werd je prestatie onder de loep genomen en in functie daarvan werd je loon aangepast. Mooi, degelijk en correct.

Nadien heb ik het anders geweten. Eigenaars die loononderhandelingen met hun toekomstige werknemers als een stuk 'grondstof-negotiatie' zien. Zoveel mogelijk kwaliteit voor een zo laag mogelijke prijs. Ik heb dat altijd als een bijzonder bedenkelijke aanpak ervaren, en heb het zelf ook nooit gedaan.

De vraag die ik mij stel bij de verzuchting van de student: zijn de onderhandelingen zo veranderd dat iedereen op zoek gaat naar het koopje van de week? Of gaat de student in kwestie als een huurling te werk  en gaat hij zichzelf verkopen aan de best biedende? Beide uitgangspunten zijn jammer, je moet kiezen voor een bedrijf en een opdracht die je boeit, en die andere zal daar op termijn voor geven wat je waard bent. Denk ik. Hoop ik.

 

Guido Everaert

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: te snel

"Ik heb fijn werk. Schrijven voor leuke klanten (grotendeels). Lesgeven aan jongeren die willen bijleren (soms). Maar geregeld bekruipt me existentiële twijfel. Doe ik het wel goed?"

Guido: troost

"Ik vind goede koffie belangrijk. En ik bedoel geen ‘hipster shit’ zoals ‘slow drip’, of ‘linksdraaiende Guatemalteekse bonen die enzymatisch besprenkeld werden met het speeksel van kauwende omaatjes.'"

Guido: digitale nomade

"Ik vind zakenreizen ontzettend leuk. De treurnis van avonden op slecht verlichte hotelkamers, al ploeterend een presentatie maken, en vloeken op veel te duur en traag internet. Het hoort er allemaal bij."

Guido: middagdutje

"'Jij werkt veel van thuis, hè?' Probeer eens elke middag een 'powernapke' te doen.' Het was het advies van mijn gezondheidscoach, De Jef. Ik weet dat ik me in het verleden laatdunkend uitliet over allerhande coaches, maar Jef is anders."

Guido: despoten

"Je komt ze overal tegen. Maar godzijdank niet heel de tijd. Anders zou het leven ondraaglijk worden. Waarover ik het heb? Over mensen die genieten van hun macht en zich beter voelen dan de rest."

Guido: joch

"Tijdens de infodag op mijn hogeschool keek het joch schaapachtig en onzeker naar zijn moeder. De mama glimlachte en zei: "Ja, ik denk wel dat hij aanleg heeft voor informatica, hij zit toch veel achter de computer.""