Columns

Guido: telefoneren

Verwondering: het is iets moois. Ik kreeg vandaag een student over de vloer voor een mondeling examen. Ze was een beetje buiten adem, wat niets te maken had met haar sportieve ingesteldheid of het feit dat het examen op de vierde verdieping gebeurde. De uitleg die ze me gaf deed mij vervolgens ook enorm naar adem happen.

Ze kwam namelijk net van het examen 'Telefoneren'. We zeggen en schrijven, het jaar 2018. Telefoneren! Het leek een beetje een absurd gegeven, ik moest ook meteen aan Bart Peeters denken, ten tijde van het onvolprezen 'Leugenpaleis', blij als een kind dat hij mocht telefoneren. Maar moet je dat nu nog leren? 

Ik word werkelijk oud en bezadigd, want in mijn jonge jaren was de bijtende, spottende blogpost nu al geschreven. Mij vrolijk maken over iets dat iedereen al kent, absurditeiten in het kwadraat.

Nu stond ik er even bij stil en vond het eigenlijk zo idioot nog niet. Telefoon is een warm en direct medium. Het wordt niet voor niets gezegd dat je kan horen dat iemand glimlacht aan de andere kant van de lijn. Gek word ik ervan als ik met jonge mensen samenwerk, en ik hun 'telefoon-aversie' zie tegenover zakelijke interacties met de buitenwereld. 'Heb je die klant kunnen bellen?' wordt steevast gevolgd door het antwoord 'Ja, ja, ik heb een mailtje gestuurd, en ik wacht op antwoord!'.

Mijn oude bazen hadden een adagium op het vlak van telefoneren. 'Goed nieuws schrijf je, voor slecht nieuws gebruik je de telefoon!' Het blijft een waarheid als een koe. Je moet de confrontatie aangaan, klanten, medewerkers, partners, ze verdienen minstens de mogelijkheid om het uit eerste hand te horen. En dus zijn er skills die moeten aangeleerd worden.

Van een ding ben ik overtuigd. Onze studenten weten hoe ze moeten telefoneren. Ze hebben alle regeltjes en kneepjes geleerd. Daaraan kan het dus niet langer liggen.

Nu moeten ze alleen nog leren dat telefoneren als warmer en persoonlijker wordt gezien dan een eenvoudig en efficiënt mailtje. Dat het ook mogelijk is om genuanceerd een echte conversatie te hebben waar je geen 'emoji', 'gif', 'cartoon', 'sticker' of wat dan ook voor nodig hebt, om in een wervelende woordendans tot een resultaat te komen.

Laat 2018 het jaar van de echte woordjes worden, al dan niet uitgesproken via de telefoon. Het is zoveel leuker.

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: nieuwe man

"Ik was op stap met een aantal kerels in de Ardennen. Ze noemden mij ‘Vake’. Dat deed pijn, maar het is een realiteit waaraan niet te ontsnappen valt."

Guido: routines

"Als u dit leest zijn er bij de meesten van ons al een aantal goede voornemens gesneuveld. Een traditie waarin ik ook al jaren meedraai. Alsof we behoefte hebben om een nieuwe start te maken. En daar hebben we een symbolische datum voor nodig."

Guido: te snel

"Ik heb fijn werk. Schrijven voor leuke klanten (grotendeels). Lesgeven aan jongeren die willen bijleren (soms). Maar geregeld bekruipt me existentiële twijfel. Doe ik het wel goed?"

Guido: troost

"Ik vind goede koffie belangrijk. En ik bedoel geen ‘hipster shit’ zoals ‘slow drip’, of ‘linksdraaiende Guatemalteekse bonen die enzymatisch besprenkeld werden met het speeksel van kauwende omaatjes.'"

Guido: digitale nomade

"Ik vind zakenreizen ontzettend leuk. De treurnis van avonden op slecht verlichte hotelkamers, al ploeterend een presentatie maken, en vloeken op veel te duur en traag internet. Het hoort er allemaal bij."

Guido: middagdutje

"'Jij werkt veel van thuis, hè?' Probeer eens elke middag een 'powernapke' te doen.' Het was het advies van mijn gezondheidscoach, De Jef. Ik weet dat ik me in het verleden laatdunkend uitliet over allerhande coaches, maar Jef is anders."