Columns

Guido: onderwijs

Altijd en overal is er iets positiefs te vertellen. Zelfs over ambtenaren en de leerkrachten. 

Er zijn twee beroepsgroepen die het regelmatig moeten ontgelden in de strijd om clichés te doorbreken. Ambtenaren en leerkrachten. 

Ambtenaren zijn lui en administratieve regelnichten zonder fantasie. 

Leerkrachten zijn profiteurs, die het voor de vakantiedagen doen, en geen voeling met het werkveld hebben. Those who can, do, the others teach. 

Erger nog: een leerkracht is ook nog eens een ambtenaar. Dubbel fout, dus! 

Het toeval, of het lot, heeft bepaald dat ik deeltijds in het hoger onderwijs sta. Als vakdocent bij Karel de Grote. 

Ik hou me niet of weinig bezig met de pedagogische omkadering en blijf zoveel als mogelijk weg van vergaderingen waar ik weinig of geen meerwaarde heb. 

Ik doe mijn ding daar met de studenten. Zo werkt het tot grote tevredenheid van alle betrokken partijen.

Maar nu, in tijden van crisis, zie ik de waarde in van de pedagogische omkadering. Ik kan alleen maar trots zijn op dat hele team, dat ervoor zorgt dat ik mijn job kan uitoefenen. 

We moeten daar niet melig over doen, het is geen evidentie om studenten, in de fleur van hun leven, te boeien met online lesmateriaal. 

Vooral ook, omdat wij als docent nog vrij veel werk hebben om onze leervormen aan te passen (de ene al wat meer dan de andere). 

En dan zie je hoe snel en met hoeveel inzet onze ondersteunende diensten een online omgeving in elkaar boksen en aan kennisdeling doen, zodat wij aan de slag kunnen.

Ik neem daar meer dan mijn hoedje voor af. Het was ook niet meteen iets dat in hun jobomschrijving stond. En het gebeurde geruisloos en snel. 

Het is het soort inzet dat je van gezondheidsmedewerkers klakkeloos verwacht, maar in het onderwijs met veel wenkbrauw-gefrons cynisch zou wegwimpelen. Ten onrechte zo blijkt. 

En dat gebeurt dus zonder te verpinken. Task forces, overlegteams, crisismeetings. Alles om toch maar zo goed mogelijk te kunnen blijven voldoen aan de opdracht om jonge mensen klaar te stomen voor hun professionele leven.  

We  -of ik-  staan daar niet genoeg bij stil. Ik wil er niet melig over doen, maar ik word daar wel warm van. Het gaat over inzet en solidariteit, zoals in heel veel sectoren dezer dagen. 

En voor ik het vergeet. Er wordt veel gezegd over de onverantwoordelijke houding van studenten. Dat zal allicht wel, maar ik ervaar ook daar eerder een bijzonder professionele houding van de studenten. 

In een tijd waar ze belaagd worden met een meer dan normaal aantal berichtjes en slecht aangepaste lessen en colleges die over hun hoofd gestort worden op alle mogelijke platformen, houden ze het hoofd koel en leveren ze netjes op tijd hun taken in. 

Ze organiseren zich zonder morren voor groepsopdrachten online en wat er verder al niet nodig is. 

In tijden van crisis komt ook het mooiste en het sterkste in mensen naar boven. Dat is een hoopgevend idee." 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: vijftigers

"In elke cursus die ik geef, zitten wel een paar vijftigers. Ze hadden een mooie loopbaan en vallen nu ineens 'onder outplacement’."

Guido: sociale media

Columnist Guido: "‘Neen, voor mij moet dat allemaal niet, ik leef echt!’ Het is kreet die ik vaak hoor als ik lesgeef over sociale media."

Guido: onthaasten

Columnist Guido: "Moeder de katholieke kerk zadelde ons met een scherpe arbeidsethos op. Als ik een dag niets doe, veins ik kwaaltjes."

Guido: boeken schrijven

Columnist Guido: "Ik heb een boek geschreven en ik kan jullie verzekeren: het was een hel, een regelrechte hel. Ik moest namelijk... samenwerken."

Guido: terug naar school

Het is weer zover. Leerlingen worden in hun uniformpjes gehesen, moeders kaften boeken en leerkrachten krijgen steunbetuigingen.

Guido: bezorgd

Columnist Guido: "Telkens als ik over mijn kinderen schrijf, slaag ik erin om minstens één van hen, maar meestal alle vier, verongelijkt te doen bellen."