Welzijn

Reageren op ongewenst gedrag

Wat als je getuige bent van ongewenst gedrag. Durf jij dan reageren? Volgens expert Stijn Tondeur voelen veel getuigen zich geremd: “We blijven vaak passief als omstaander. Omdat we bang zijn of niet goed weten wat te doen. Maar zelfs met een kleine reactie maak je een groot verschil.”

ongewenst
©Shutterstock

Abonneer je op de nieuwsbrief

Ongewenst gedrag bestaat in verschillende soorten en vormen. Het gaat over pesterijen, intimidatie, seksisme, discriminatie, racisme… Maar ook over minder uitgesproken situaties zoals een ‘onschuldig mopje’ of een ongepaste opmerking. 

Waarom we niet altijd ingrijpen

Volgens Stijn Tondeur houden we ons vaak afzijdig als we getuige zijn van ongewenst gedrag. Hij is vormingsmedewerker bij het Agentschap Integratie en Inburgering en geeft omstaandertrainingen in Vlaanderen.

Stijn legt uit: “Soms hebben we gewoon niet door wanneer er ongewenst gedrag plaatsvindt. Of vinden we het niet ernstig genoeg om in te grijpen. Bij een subtiele opmerking of een foute grap bijvoorbeeld. Dan beseffen we niet altijd dat iemand gekwetst wordt.

Maar zelfs als we het wel doorhebben, vinden we het moeilijk om te reageren. We willen wel iets doen tegen het onrecht dat we zien, maar we voelen ons tegelijkertijd geremd. Omdat we bang zijn bijvoorbeeld. Angst om zelf fysiek of mentaal gekwetst te worden. Of omdat we denken dat reageren toch niks zal uitmaken.

Opvallend, als je ooit zelf te maken had met ongewenst gedrag, handel je sneller omdat je een hoger urgentiebesef hebt. Ook bij noodsituaties zoals een verkeersongeval, twijfelen we minder en reageren we wel omdat de nood aan hulp heel duidelijk is.”

Omstaandereffect

Als er andere mensen in de buurt zijn, gebeurt er ook iets opvallends.

Stijn: “We voelen ons dan minder verantwoordelijk en gaan ervan uit dat iemand anders beter geschikt is om te reageren. Zo ontstaat er groepsdruk. Want als niemand iets doet, wordt dat de onuitgesproken ‘sociale regel’ die je niet wil overtreden. Hoe groter het aantal aanwezigen, hoe kleiner de kans dat er hulp wordt gegeven. Dat is het zogenaamde ‘omstaandereffect’.

Omgekeerd, als er plots iemand reageert, gaan meerdere omstaanders ook helpen. Want de sociale regel is verbroken.” Stijn geeft daarom de tip: “Reageer eerst en anderen zullen je volgen.”

Reageer op jouw manier

Maar wat moet je dan doen als je getuige bent van ongewenst gedrag? Volgens Stijn is er geen kant en klaar antwoord: “Je kan op verschillende manieren reageren: aanspreken, afleiden, andere omstaanders betrekken… Alles hangt af van de ernst van de situatie, locatie, betrokkenen… Het is belangrijk dat je op voorhand nadenkt welke ‘reactiestrategie’ het beste bij jou past. 

Je hoeft zeker niet de held te spelen of jezelf in gevaar te brengen. Ook met een kleine reactie maak je een groot verschil.

Stel dat je onderweg naar het werk getuige bent van ongewenst gedrag en je vindt het moeilijk om tussen te komen omdat je je niet veilig voelt. Dan kan je ervoor kiezen om hulp te vragen aan andere omstaanders. Vraag of zij de situatie ook opmerken en of ze mee willen reageren. Zo voorkom je misschien dat een gevaarlijke situatie escaleert.”

Reageren op het werk

Ongewenst gedrag kan ook op de werkvloer plaatsvinden. Reageren tegen een collega, je baas of een klant is niet evident. Stijn raadt aan om er met andere collega’s over te spreken: “Heb je die uitspraak ook gehoord? Wat vond jij daarvan? Ik wou reageren maar wist niet hoe, had jij dat ook?...

Als je je er comfortabel bij voelt, kan je ook de persoon aanspreken die het ongewenste gedrag veroorzaakte. Je kan polsen waarom je collega, baas of klant zo deed of duidelijk maken dat je je er ongemakkelijk bij voelde. Misschien leidt dat tot zelfreflectie en gebeurt het daarna niet meer.

Opnieuw een voorbeeld dat je met een klein gebaar veel kan betekenen.”
 

Ook interessant

Opgepast: oplichterssyndroom

Schrijf je je professionele succes toe aan toeval en geluk? En ben je bang dat je op een dag door de mand gaat vallen? Dan heb je misschien last van het oplichterssyndroom.

Brokkelbrein

Anna: “Als ik thuiswerk, beantwoord ik onmiddellijk mijn mails.” Volgens neuropsychiater Theo Compernolle is dit géén goed idee. “Op den duur krijg je een brokkelbrein." 

Luieren loont

Dagdromen, een warm bad nemen, naar Nonkels kijken… Volgens neuropsychiater Theo Compernolle is het belangrijk om je denkend brein geregeld rust te gunnen.