Columns

Guido: boeken schrijven

Heel af en toe mag het nog persoonlijker worden dan het al is. Zoals nu. Ik heb een boek geschreven. Een nieuw. 'The Melting pot'. Het komt nu zo ongeveer op de markt. En het heeft totaal niets te maken met mijn vorige boek, dat over Storytelling ging.

Dat vorige boek was simpel. De uitgever contacteerde me en ik had een aantal gesprekken om de dingen die ik geschreven had af te laten keuren en/of bij te werken. Dan volgde er een periode van stress en miserie omdat ik het ook daadwerkelijk moest schrijven. Er werd gebakkeleid met de eindredacteur en er was schaamte omdat ik besefte dat ik eigenlijk mijn moedertaal niet beheers. Daarna ging het ding in druk en hoopte ik stilletjes dat niemand het zou lezen, omdat het allemaal niet zoveel voorstelt. Toen dat allemaal boven verwachting meeviel en de kritieken niet al te vernietigend waren, bleef er trots over. Ik kreeg voor mezelf ook de bevestiging van dat romantische beeld, 'de schrijver is een eenzaam mens, opgesloten in zijn gedachten, door niemand begrepen'.

Nu was het anders. Ik was niet alleen. Ik moest samenwerken met een erg betrokken uitgeverij (niet dat de vorige dat niet was, maar de gevoeligheden lagen anders). Er moesten ook foto's in het boek komen. Het ging over portretten van mensen. En de opmaak moest speelser, grafischer zijn. Niets werd aan het toeval overgelaten.

Als buitenstaander klinkt dat misschien niet zo erg, maar ik heb midden in het proces gezeten en ik kan u verzekeren, een hel is het. Een regelrechte hel. Afspraken maken. Mensen zien op afgesproken data, afspreken met de fotograaf (mijn vrouw, en bijzonder punctueel, in tegenstelling tot steller dezes). Teksten doorgeven die in opmaak moeten, aan kerels die daar met hart en ziel al hun creativiteit in stoppen. Hoofdstukken herlezen, waar je grappige kaderstukjes moet bij verzinnen, en titeltjes en tussentiteltjes. Het hield niet op.

Ik moest bovendien meningen hebben. Meningen over covers, over lettertypes, over grafiek. Het was ontnuchterend om voor het eerst in mijn leven vast te stellen dat ik ergens geen mening kon over hebben. Toegegeven, dat is overdreven. Over interieur en auto's heb ik ook geen mening.

Waar kwam het op neer? Dit boek was teamwork. En als ik eerlijk ben met mezelf, dan moet ik toegeven dat alle mensen rond mij hun best gedaan hebben om een team te vormen, maar dat ik daar royaal mijn broek aan geveegd heb.

Ik gedij niet zo goed in de samenwerking. Maar ik kijk er wel met ontzettend veel plezier op terug, veel meer dan bij het eerste boek. Het was en is verrijkend op zoveel gebieden. En stiekem, als ik dat voor mezelf wil toegeven, dan weet ik ook dat het zoveel prettiger had kunnen zijn. Ik moet durven loslaten, en meedrijven op het enthousiasme van anderen. Maar dat kan ik niet goed. Een mens is nooit te oud om te leren.

Een schrijver hoeft niet eenzaam te zijn… 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: collega's

Als mensen zeggen dat ze hun collega's missen, frons ik mijn wenkbrauwen. Waarom heb je collega's nodig?

Guido: vlees

"Onlangs ging ik ‘een stukske snijden’ met een vriend. Uit eten dus. En ja, ’t was vlees. Ik heb veel voornemens, en meer groenten eten hoort daarbij."

Guido: verkeer

De zeden en gewoonten in het verkeer zijn verruwd. Het doet wat denken aan koeien die voor het eerst terug in de wei gelaten worden. Maar dan minder vrolijk.

Guido: deadline

Ik rommel, improviseer, actualiseer, en voeg toe. Meestal vechtend en huilend tegen de deadline van de volgende dag. Maar ik sta er wel…

Guido: bureau

"Mijn vader had een indrukwekkend bureau in Brussel. Er werd toen nog niet nagedacht over het aantal vierkante meter per medewerker."

Guido: dwangmatig

Ik heb veel onschuldige dwangmatige gewoontes. Alle potloden moeten een scherpe punt hebben en mijn hemden zijn gerangschikt volgens kleur.