Columns

Guido: discriminatie

Ik ben oud. Te oud voor de arbeidsmarkt. Het is niet eens meer een kwestie van afgewezen worden. Ik word zelfs niet meer gevraagd of au sérieux genomen.

Misschien is dat uit schroom, omdat men vermoedt dat ik buitensporige looneisen heb, en veel te intelligent ben voor de meeste organisaties. Dat ik niet meer wil klungelen samen met de rest van het speelveld. Misschien is het ook omdat men vermoedt dat ik door die vele succesvolle jaren in de kijker, en de prachtige bedrijven waarvoor ik gewerkt heb, zo 'binnen als een huis ben'. Dat men zich zal belachelijk maken door mij ook maar iets voor te stellen.

Niets is echter minder waar! Ik ben nog fris als een hoentje, en nog even hongerig naar werk en zinvol bezig zijn als toen ik net op de arbeidsmarkt stapte.

Godzijdank is wat ik hier boven schreef niet (helemaal) waar. Ik ben niet op zoek naar werk, omdat ik mijn eigen werk zoek en creëer. Als broodschrijver. En als docent/consultant. Het mag altijd ietsje meer zijn overigens! Maar dat neemt niet weg dat er wel degelijk een probleem is.

Er wordt gesproken over mystery calls om sluimerend of overduidelijk racisme aan de kaak te stellen. Ik snap niet dat men daar kan tegen zijn. En dat men machtige, invloedrijke politici zo ver kan krijgen om op de radio te bekennen dat dat werkelijk het laatste pressiemiddel is. Ofwel is er sprake van racisme, ofwel niet. Hoe moeilijk kan het zijn. Het lijkt mij redelijk binair.

Als we daar dan toch mee bezig zijn, kunnen we die andere discriminatie meteen ook aanpakken. Onderscheid op basis van leeftijd. Zeker bij vijftigjarigen. Wij zijn geen sukkelaars, he. Gescleroseerde, verwende en luie papzakken die alles al gehad hebben, niet flexibel zijn en niet bereid tot toegevingen van welke aard ook. Ik geef nogal veel opleidingen aan mensen die in outplacement zitten. Het is telkens weer ontluisterend hoeveel talent daar bij elkaar zit en hoe slordig wij met onze bedrijven daarmee omspringen.

Uiteraard moet je jonge mensen zo snel mogelijk inschakelen in het arbeidsproces, wie kan daar tegen zijn? Maar om dan meteen het grijs geweld opzij te schuiven? Volgens mij ontstaan er dan andere problemen die ook niet prettig zijn.

Om maar meteen alle discriminaties van de baan te vegen, is het misschien geen slecht idee om de aloude motivatiebrief terug in te voeren. Maar dan lichtjes gewijzigd. Een anonieme introductiebrief, zonder cv, en zonder naam. Met een heldere uiteenzetting waarom de zender de geschikte kandidaat is voor de job. Zo maken Yentl, Brahim, Foppe, Octaaf en Madeleine evenveel kans. Laat dat de basis zijn voor een uitnodiging op gesprek. Ervaring leert immers dat wie de kans krijgt om zich in een face-to-facegesprek te tonen, al ietsje meer kans heeft.

En 't is nog verrijkend ook, je leert wat bij over alle lagen van de bevolking en demografieën. Of over je beoordelingsvermogen. 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: chillen

"Slungelig komt hij aangesjokt. ‘Ik ga even buiten studeren.’ Vogels vallen uit de boom van de warmte, maar deze puber gaat chemie studeren terwijl hij aan zijn teint werkt."

Guido: promotie

"Het is paradoxaal. Als je goed bent in wat je doet, krijg je promotie. Het resultaat is dat je minder mag doen waar je goed in was. Je moet leiding geven en rapporteren."

Guido: jarig

"Ik kan het niet helpen dat ik -naarmate de grijze haren toenemen- begin na te denken over het leven, en meer bepaald het einde ervan."

Guido: Momo en Simon

"Ik ervaar elk jaar hoe moeilijk bepaalde studenten een stageplaats vinden. Momo zou het toch niet moeilijker mogen hebben dan Simon?"

Guido: onbevangen blik

"Het valt met geen woorden te beschrijven wat er door mij heen ging. Neen, ik ga het niet over Trump hebben, maar over mijn dochter."

Guido: meetings

"Ik trok naar Brussel voor een meeting waarvan ik niet wist wat ik er eigenlijk deed. Dat was niet eens zo erg: de anderen wisten het ook niet."