Columns

Guido: meetings

Een van de redenen waarom ik als kleine zelfstandige aan de slag ben gegaan, is de immense afkeer die ik -na twintig jaar corporate gedoe- heb overgehouden aan window dressing. De politieke vaardigheid die je nodig hebt om te overleven in een bedrijfsomgeving en het belang dat men hecht aan 'vergaderingen'. Vergaderen is bijna een job op zichzelf.

Ik moest er aan denken toen ik onlangs weer, tegen beter weten in, een opdracht aanvaard had voor een groot bedrijf. Er kwam veel overtuigingskracht bij kijken van een goede vriend, die daar werkte, en die me beloofde dat het deze keer anders zou zijn.

En dus trok ik naar Brussel om mezelf terug te vinden in een meeting waarvan ik niet wist wat ik er eigenlijk deed. Dat was niet eens zo erg, die anderen wisten het ook niet. En dus werd er gepraat, ronkende volzinnen werden er uitgesproken en iedereen scheen te doen alsof alles moeilijk was. Dat leek meteen ook het doel van de meeting. 'Laat het vooral niet simpel zijn, want anders lijkt het alsof we ons salaris voor niets krijgen.'

Omdat ik nog steeds naïef probeer te blijven heb ik dan maar het initiatief genomen, zowat het stomste wat je kunt doen. Het leek me ook dat iedereen stuurloos was en dat ze naar mij keken… Mijn aanpak is vanaf dan het gidstouw geworden waaraan de andere blinden voortstrompelden.

Ultiem lag dus ook de verantwoordelijkheid voor het lukken of falen van het project bij mij. Zo zou later blijken.

Omdat het een totaal andere aanpak was dan wat ze gewoon waren, dienden er verdere meetings ingepland te worden. Statusmeetings, overlegmeetings, aftoetsmeetings, het hield niet op. En de kleine elegante oplossing die ik voor ogen had, werd langzaam maar zeker een monster. Een gedrocht, waaraan iedereen alles kon ophangen waarvan je op zicht al zag dat het nooit mooi zou worden, maar wel stof gaf voor eindeloos samenzitten. En iedereen had er een beetje aan meegewerkt.

Je merkt hoe vergaderingen ingeburgerd zijn in grote organisaties. De meeting rooms boeken en beheren, is een vak apart geworden. Er zijn er nooit genoeg, iedereen improviseert voortdurend in de cafetaria of in het bureau van de baas 'want die zit toch de hele dag in meeting'. Mensen zitten gevangen in die bokalen, te luisteren naar elkaar en ondertussen krampachtig mailachterstand op te halen. En ze vinden het best. Het lijkt op werk, de dag is zo voorbij en het geeft een lekker stressy gevoel want het is druk, druk, druk.

Toen ik zelf teams leidde deed ik dat anders. Mijn meetings waren staande en werden voorafgegaan door een korte nota waarin het doel van de meeting werd aangekondigd. Wie de meeting voorzat gaf kort aan wat er diende te gebeuren en deelde daarna de taken en verantwoordelijkheden uit. Het duurde nooit langer dan 20 minuten, het was efficiënt en het werkte.

Behalve dat er hier en daar gemor was. Dat we nooit samenzaten, en dat we geen tijd namen voor de dingen. Tijd neem je thuis, met een Stella…

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: vijftigers

"In elke cursus die ik geef, zitten wel een paar vijftigers. Ze hadden een mooie loopbaan en vallen nu ineens 'onder outplacement’."

Guido: sociale media

Columnist Guido: "‘Neen, voor mij moet dat allemaal niet, ik leef echt!’ Het is kreet die ik vaak hoor als ik lesgeef over sociale media."

Guido: onthaasten

Columnist Guido: "Moeder de katholieke kerk zadelde ons met een scherpe arbeidsethos op. Als ik een dag niets doe, veins ik kwaaltjes."

Guido: boeken schrijven

Columnist Guido: "Ik heb een boek geschreven en ik kan jullie verzekeren: het was een hel, een regelrechte hel. Ik moest namelijk... samenwerken."

Guido: terug naar school

Het is weer zover. Leerlingen worden in hun uniformpjes gehesen, moeders kaften boeken en leerkrachten krijgen steunbetuigingen.

Guido: bezorgd

Columnist Guido: "Telkens als ik over mijn kinderen schrijf, slaag ik erin om minstens één van hen, maar meestal alle vier, verongelijkt te doen bellen."