Arbeidsmarkt

Overheid of privé?

Werken bij de overheid of een job in de privésector. Wat is de beste keuze? We vroegen het aan Eva en Lotte. Zij hebben ervaring in beide werelden en geven hun ongezouten mening. Eva: “Een paar maanden heb ik in die mallemolen meegedraaid en toen was ik het zat.”

overheid
©Shutterstock

Abonneer je op de nieuwsbrief

Eva stapte bewust over naar de overheid

Eva: “Ik was nog maar een paar jaar afgestudeerd toen ik mijn ‘droomjob’ bemachtigde: eindredacteur en coördinator bij een maandblad. Het miezerige loon dat ze me voorstelden, nam ik er schouderophalend bij. Het was immers een springplank, niet? En ik sprong met heel veel goesting en tonnen ambitie.

Helaas merkte ik al snel dat de realiteit minder rooskleurig was. Het blad draaide met verlies. Daarom hadden ze samen met mij ook een nieuwe hoofdredacteur aangesteld. Die ging de inhoudelijke koers uittekenen en ervoor zorgen dat het aantal abonnees exponentieel steeg.

Alleen gebeurde dat niet, waardoor de directie nerveus werd en overal met een loep op zat. Die druk zorgde ervoor dat de sfeer op de redactie zienderogen verzuurde. Komt daarbij dat de werkdruk immens was. Ik draaide dagen van minimaal 12 uur en vaak langer.

Een paar maanden heb ik in die mallemolen meegedraaid en toen was ik het zat. Ik droomde van een stabiele werkomgeving, een warme, fijne sfeer onder de collega’s en een eerlijk loon.

Ik ben toen bewust op zoek gegaan naar een job bij de overheid omdat ik verwachtte dat daar te vinden. En zo geschiedde. Intussen werk ik al meer dan 20 jaar voor de overheid en ik heb het me nog niet beklaagd. Ik doe m’n job graag, geloof in de maatschappelijke relevantie en werk in een fijn team.

Natuurlijk zijn er ook minpunten. De wispelturigheid van de politiek bijvoorbeeld. Er komt een verkiezingsjaar aan en we zullen het geweten hebben. Wat nog? De verloning. Of je nu hard werkt en resultaten behaalt of niet, het loon blijft voor iedereen hetzelfde. Dat vind ik spijtig. 

En ja, soms vind ik dat het budget naar de verkeerde zaken gaat, maar ik vermoed dat dat in de privé net hetzelfde is. Al bij al ben ik een tevreden mens.“

Lotte waagde de sprong naar de privésector

Lotte: “Ik werkte bij de Vlaamse overheid als digitaal expert. Ik hield van mijn job, zat in een tof team en deed mijn werk graag.

Ik kreeg ruimte om te groeien. Maar helaas hadden mijn inspanningen geen invloed op mijn verloning. Het maakte niet uit hoeveel projecten ik deed en hoeveel expertise ik opbouwde. Ik bleef op hetzelfde niveau. Mijn loon werd bepaald op basis van een barema en mijn anciënniteit. Zo gebeurt dat nu eenmaal bij de overheid. Als je niet kiest voor een managementfunctie, bots je tegen een plafond. Dat vond ik jammer.

Op een dag contacteerde een grote firma me via LinkedIn voor een gelijkaardige functie. Ik was gecharmeerd en nieuwsgierig. Enkele gesprekken later boden ze me een boeiende job aan met een interessant loonpakket. Ik kreeg ook extralegale voordelen zoals een bedrijfswagen, groepsverzekering en extra verlof. Dat had ik niet bij de overheid.

Ik waagde de sprong en nu, meer dan een jaar later, ben ik blij met mijn overstap. Ik doe mijn werk graag en krijg er waardering voor. Ook voor ‘sfeer en gezelligheid’ geef ik een hoge score. Maar dat zat ook goed bij de overheid.

Natuurlijk is niet alles rozengeur en maneschijn. Winst is heel belangrijk in de privésector. De verwachtingen liggen hoog en er is minder ruimte om fouten te maken. Dat zorgt voor meer werkdruk en geeft mij soms stress. Maar tegelijk daagt het me ook uit om alles te geven.”

Waar hoor jij thuis?

De getuigenissen van Eva en Lotte illustreren het: overheid en privé hebben een aantal specifieke kenmerken. Waar je je het meest thuisvoelt, hangt af van wat voor jou belangrijk is.

  • Verloning. Overheidsbanen staan bekend om hun aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden, waaronder redelijke salarissen, meer vakantiedagen en een interessante pensioenregeling. Die zijn vastgelegd in statuten. In de privé verschillen deze voorwaarden per bedrijf en per sector. Soms heb je meer ruimte om te onderhandelen.
  • Werkzekerheid. De overheid is een stabiele werkgever terwijl werkzekerheid in de privésector afhangt van de economische toestand en de prestaties van het bedrijf. Dat wil zeggen, onzekerheid als het minder goed gaat, maar ook meer beloningen of loopbaankansen als het bedrijf groeit en winst maakt.
  • Jobinhoud. Je vindt zowel bij de overheid als in de privé een breed aanbod van jobs. Meestal bots je bij de overheid wel op meer procedures tijdens je werk. In de privé leiden minder ‘regeltjes’ doorgaans tot snellere resultaten en meer innovatie.
  • Beslissingen. Politieke beslissingen beïnvloeden het beleid, de budgetten en prioriteiten van overheidsinstellingen. Of je er nu achter staat of niet, je moet daarin mee. In privébedrijven is het het management die over de richting van het bedrijf beslist.
  • Zin. Bij de overheid werk je voor het algemeen belang. Je inspanningen hebben een impact op burgers of de samenleving. In de privé vind je ook jobs met een maatschappelijke impact. Denk maar aan innovatieve bedrijven rond duurzaamheid, hernieuwbare energie, ontwikkeling van geneesmiddelen… Maar de groei van het bedrijf en het behalen van winst blijft het belangrijkst.
     

Ook interessant

Helpende handen

"Wat ons werk uniek maakt? Wij geven kleur aan het leven van anderen.” Dat is de boodschap van persoonlijk assistenten Axel en Heleen. Ze vertellen hoe zij het verschil maken.

Bijklussen met een flexi-job

Wil je een centje bijverdienen? Ga voor een flexi-job. Je kan sinds dit jaar op veel meer plekken aan de slag. Bij de bakker, in een school of zelfs als redder in een zwembad. 

Jobstudent? Hou dit in de gaten!

Een studentenjob is ideaal om een centje bij te verdienen. Er zijn wel allerlei regels en voorwaarden. Met onze vijf checks staan jij en je ouders niet voor onaangename verrassingen.