Columns

Guido: tiramisu

Een café in Leuven. De meisjes achter de toog zijn niet bijster geïnteresseerd in de klanten. Dat voel je. Aan hun houding en aan de manier waarop ze zichzelf monsteren en bezig zijn met hun smartphone. Aan de manier ook waarop ze de helft van het etablissement gebarricadeerd hebben met 'gereserveerd'-bordjes. Ook al zijn er totaal geen klanten en zitten die er ook niet aan te komen.

Dat scheelt in het op- en afruimen en het totaal aantal gelopen kilometers op het einde van een dag. Ik heb daar begrip voor. Anderzijds. Er is niks prettiger dan dag in dag uit hard te werken voor het succes van een zaak. Als je 't voor die van jezelf doet merk je dat. Als je 't voor die van een ander doet, zou het geen verschil mogen maken. Als je dat niet kan opbrengen, moet je maar iets voor jezelf gaan beginnen. Iemand betaalt tenslotte je loon. Er is niet zoiets als een luizenjob, er zijn alleen jobs die luizig uitgevoerd worden. En dat meen ik.

Wat er ook van weze, de attitude van de meisjes was echt niet van die aard om de sfeer te verbeteren. Alsof ze niet wilden werken, en hun klanten in een klein hoekje van de zaak op een hoopje dreven. Wij zaten er als nerveus vee, te dicht op elkaar, ongemakkelijk, niet communicerend ook.

We voelden ons vermoedelijk allemaal wat bekocht. Ik had het café gekozen om er te kunnen werken, niet om op de vingers gekeken te worden door een aantal koffieslurpende dametjes. Hoeveel sympathie ik daar voor het overige ook voor heb, nu even niet. En de anderen hadden die plek gekozen omwille van het somptueuze interieur, om de ruimte, om honderden redenen. Efficiëntie was er misschien ook één van, en zelfs dat werkte niet. Sommige klanten werden gewoon genegeerd. Een simpele koffie bestellen leek op een heuse calvarietocht om de aandacht te vangen.

We werden er allemaal knorrig van: de serveuses zouden allicht binnen het uur gelyncht worden. En toen gebeurde het onwaarschijnlijke…

Twee mensen bestelden een tiramisu. En het moet gezegd, het zag er verrukkelijk uit. Smakelijk en om gulzig van te eten. Van de slag gingen alle blikken naar dat tafeltje. Daar gebeurde het, daar was het echte geluk te vinden. Het dessert deed zijn naam eer aan: het zorgde ervoor dat we ons weer beter voelden. We begonnen met elkaar te praten. De tiramisu als 'conversation starter'. Er werden er nog meer besteld her en der, en er werd gelachen. En gebabbeld. 

Geluk zit soms in een klein hoekje. Soms is dat gewoon een dessert. Meer heb je niet nodig.

Het enige jammere is dat die meisjes nu denken dat hun aanpak werkt. Want de verkoop zal alleszins indrukwekkend geweest zijn. Alhoewel, stel je voor dat ze het kunstje voor een echt volle zaak hadden kunnen doen? We zullen het nooit weten…

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: sterfelijk

"Toen ik lesgaf aan een groep jonge studenten, trok een licht ontvlambaar meisje publiekelijk en redelijk brutaal mijn kennis in twijfel. Ze zei: "Maar gij zijt oud, wat weet gij daar nu van!""

Guido: vervlogen tijden

"Ik heb beslist om dit jaar geen kerstkaartjes meer te versturen naar mijn klanten. Je voelt je een anachronisme als je kerstzegels ophaalt in het postkantoor."

Guido: pendelgeurtjes

"Bij deze een warme, beleefde en vriendelijke oproep aan mijn mede-pendelaars. Ik begrijp volkomen dat u een dagelijkse portie vitamine C moet binnenslaan. Maar moet dat echt in de vorm van mandarijntjes of sinaasappels?"

Guido: mannen

"Ik ga mij op glad ijs begeven. De vrees om met een hashtag bezwadderd te worden is niet onbestaand. Een mens kan niet voorzichtig genoeg zijn. ‘Mens’ mag je nog uitspreken. ‘Man’ of ‘vrouw’ dat ligt al wat gevoeliger."

Guido: writer's block

"Tien jaar was ik. Mijn vader had een oude Remington schrijfmachine. Een loodzwaar geval in ernstige kantoorkleuren -grijs en groen- en met een roodzwart lint. En ik mocht die gebruiken!"

Guido: hekel

"Ik haat de zomer! Echt waar. Ik zie uitgelaten terrasjesmensen, blinkende bolides op weg naar droombestemmingen en luchthavens die grossieren in vakantiegeluk. Maar ik: ik lijd. In stilte."