Columns

Guido: vriendelijke sukkel

Je mag geen medelijden hebben. Of sympathie. Of inlevingsvermogen. Neen, je moet geld verdienen. En dus moet je hard zijn. Ik heb het er moeilijk mee. Ik vermoed dat vele broodschrijvers en kleine zelfstandigen net als ik zijn. Toen ik nog voor een bedrijf werkte stoorde me dat totaal niet. Ik werd betaald om hun belangen zo goed mogelijk te verdedigen en geld voor ze te verdienen. En dat deed ik. Mijn offertes waren gepeperd, maar correct. Er hingen immers arbeidsplaatsen van af. De kosten van het bureau moesten gedekt worden, en we moesten er ook nog iets aan over houden. Zodat we konden investeren. Maar nu, voor mezelf, vind ik dat ineens erg moeilijk. Ook omdat er niets te investeren valt, en ik ook niet veel arbeidsplaatsen heb.

Eigenlijk heb ik een manager nodig. Iemand die mijn belangen behartigt en daar zelf ook beter van wordt. Want zelf kan ik dat niet zo goed.

Wat is precies het probleem? Mijn opdrachtgever vraagt me iets. Een tekst, een blogpost, het maakt niet uit wat. Daar heb ik tarieven voor. Dat is niet zo moeilijk. Het wordt pas moeilijk als het over iets speciaals gaat. Lange teksten, bijzondere vragen. Advies, workshops… Iedere keer weer, is de toetssteen dan het finale bedrag. En het maakt niet uit hoe lang je daarvoor moet werken, het ziet er altijd veel te veel uit.

Het gaat over dat soort van bedragen waar mensen die uit eenvoudige gezinnen komen van schrikken. Ik dus. Ik denk dan bij mezelf, dat het niet normaal is dat ze daar zo veel moeten voor betalen. Dat ze 't wellicht beter zelf hadden gedaan voor die prijs. Op de keper beschouwd is dat niet zo, en is het een goede oplossing voor beide partijen.

Maar toch… Dan durf ik die factuur niet te maken, of als ik ze ten langen leste toch maak, durf ik ze niet op te sturen. Laat staan dat ik na een maand of twee ga informeren naar de reden waarom ze nog niet betaald is. Ik ben een vijg, op dat vlak.

Nog veel erger is het als ik moet gaan spreken. Ik weet dat er jongens en meisjes zoals ik rondlopen. Fijne mensen, die met gemak, drie, vier keer zoveel vragen als ik normaal doe. En ze spreken niet meteen beter, of onderhoudender. En ze krijgen dat geld. Wat ik hen gun, uiteraard.

Ik denk meestal zoiets als 'Ach, ik heb het nu al zo dikwijls gedaan, is het nog wel correct om er opnieuw geld voor te vragen?' En dan stel ik één of ander lam of halfzacht prijsje voor, waar ik ternauwernood mijn onkosten mee betaald krijg, en dat is het dan. Godzijdank krijg ik meestal ook nog een fles wijn mee naar huis, dat scheelt letterlijk een slok op een borrel.

Ik troost me dan met de gedachte dat ik toch maar mooi weer nieuwe mensen heb leren kennen. En dat daar dan wel weer zaken zullen uit voortvloeien. Zaken die allicht ook niet veel zullen betaald worden. Maar de mensen gaan mij misschien wel sympathiek vinden. Toch?

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: ontslag nemen

"'Papa, ik ga mijn ontslag geven!' Een zin die net iets te vaak in het chaosgezin Everaert circuleert. Mijn dochters hebben me dat al gelapt, en nu was het de beurt aan zoonlief."

Guido: druk

Guido's gedacht: "Ik moet mij verontschuldigen. Ik heb weliswaar Abraham al gezien, maar dat betekent niet dat ik over veel inzicht en mededogen beschik. Tot nu."

Guido: schriftelijk geweten

"Ik typ dit stukje in bed. Op een maandagochtend. Om zeven uur. Omdat het kan. Naast mij ligt een vrouw die ook niet uit bed wil komen en min of meer dezelfde job uitoefent."

Guido: bijzaken

"Bij mij hebben bijzaken de neiging om tot veelkoppige monsters uit te groeien. Het lukt me bijvoorbeeld niet om te schrijven als de keuken er niet tiptop uitziet."

Guido: jaloers

"Ik schrijf dit stukje, ongeschoren, in bed, op een vrijdagochtend om negen uur. Mijn meetings gebeuren op een terrasje of op café. En toch ben ik soms jaloers."

Guido: afwas

"Toen ik vroeger als jobstudent werkte, werd er bij ons thuis een nieuwe munteenheid ingevoerd. ‘Amai, dat is duur, daar moet ik zeker vier uur voor afwassen!’"