Of erger nog, waar ik totaal geen begrip voor had. Als iemand mij vroeger zei dat hij te veel werk had, of het niet afkreeg, was ik de eerste om daar geringschattend over te doen. Geïrriteerd zelfs. 'Werk wat harder, verpruts wat minder tijd, wees wat efficiënter…' Ik stond ook altijd klaar met mijn pseudo-wijsheden 'werk heeft de neiging zich uit te spreiden over de hoeveelheid toegewezen tijd' en dat soort ongein. Ik geloofde dat.
Maar de voorbije twee maanden heb ik onder een soort voortdurende stress geleefd. Mijn agenda is redelijk netjes in orde. En opeens kwamen daar allerhande opleidingen, trainingen en workshops bij. 'Opportuniteiten', heet dat voor de kleine neringdoener. Het verhaal van de krekel en de mier indachtig, nam ik die aan. Optimistisch dat ik mijn normale werk dan wel 's avonds zou doen.
En toen gebeurde er iets akeligs. Ik had 's avonds de puf niet om het te doen. En ik verschoof het naar de volgende dag… wat geen oplossing was, want die was ook al volgeboekt. En er kwam altijd maar werk bij. Er werd altijd maar meer geschoven.
En toen werd het nog erger. Ik had het er zelf al knap lastig mee, maar de mails, telefoontjes en berichten van klanten waren geduldig en lief, tot de toon omsloeg in ongeduldig. Waardoor ik me begon af te sluiten. Van de aardbol verdwijnen en hopen dat het weg gaat. Het is zoals je brieven niet openen. Het slechte nieuws verdwijnt er niet meteen mee.
En toen begon de paniekreactie. Opleveren, zo snel mogelijk. Niet aan je beste en trouwste klanten, maar aan de grootste roepers. Om het negatieve op te lossen. Maar zo werkt het niet.
Je zit in een sombere periode, je werkt niet vanuit creativiteit maar om opdrachtjes af te maken. Het resultaat is navenant. Ik heb deze maand meer voor niets gewerkt dan dat het geld opbracht. Omdat ik langer over (veel meer) correcties deed, omdat ik beschaamd was over de kwaliteit en dus ook meteen aangaf dat ik het niet zou aanrekenen, omdat ik niet alles pistes overliep en dus maar iets middelmatigs inbracht.
De laatste week voor de kerstvakantie bracht eindelijk soelaas. Ik had wat minder gevulde dagen. Met discipline en doodsverachting heb ik de laatste opdrachten allemaal buiten gekregen. En ik weet nu twee dingen.
Ik moet een losse planning niet overbelasten, want dat is hoe ik werk en dat heeft een reden. Ik moet een 'vrije kop' hebben voor mijn werk. En ik mag nooit meer lachen met mensen die klagen over het te druk hebben. Het verwoest te veel dingen in je hoofd. Dat zijn mijn goede voornemens voor 2018!
Wie is Guido?
Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.