Columns

Guido: smeltkroes

Eind vorig jaar heb ik een boekje geschreven. Ik was geïntrigeerd door de toch wel zeer internationale keuken die ons land rijk is. Hoe waren die mensen hier beland, en vooral, waarom waren ze hier gebleven?

De romanticus in mij droomt van olijfbomen, zon en eenvoudig voedsel, met vrienden, buiten. Dat je pakweg het mediterrane ontvlucht om hier in de grijze kilheid van een bang Vlaanderen te koken, om den brode, dat vind ik erg moeilijk te bevatten.

Ik zeg Vlaanderen, ik denk België, ook al heb ik ook daar de neiging om te romantiseren. Wallonië lijkt mij bij momenten een stuk hartelijker. Ik weet niet of het juist is, en het is hier ook niet echt aan de orde. Om het allemaal wat te weten te komen heb ik hen gewoon geïnterviewd en heb ik hun verhaal neergeschreven. Al zeg ik het zelf, een leuk, warm en positief boek.

Het gaat over toeval, over trots en talent en over hard werken, om iets te kunnen teruggeven. Marokkaanse chefs die lesgeven in de gevangenis. Een Syriër, die met jonge moeilijke gasten in zijn keuken werkt en hen op het hart drukt dat ze moeten werken om iets te bereiken. Een Turk die zijn stem durft te verheffen binnen de eigen gemeenschap. Verantwoordelijke, aangename mensen die hun rol spelen binnen dit land. Die belastingen betalen en voor de Rode Duivels supporteren. Die hun best doen om onze talen te spreken. Melting Pot heet het boekje, voor zij die geïnteresseerd zouden zijn.

En toen kwam er die vreemde dag, vorige dinsdag, 22 maart. Bommen, terreur en paniek. Omdat sommige van de mensen die ik portretteerde ondertussen quasi vrienden geworden zijn, duurde het niet lang of er was over en weer gebel en gemail. Hun paniek was dezelfde als de onze. Hun bezorgdheid zo mogelijk nog groter. Hun angst intenser, omdat ze zich daarbij ook nog eens geviseerd voelden. Als buitenlander met een afwijkend kleurtje en -waarom niet- een ander geloof.

Een gevoel van hulpeloosheid, van onmacht. Bijna verontschuldigend vroegen ze om bevestiging dat ze toch niet tot dat gespuis zouden gerekend worden. Het valt niet uit te leggen, het is vooral kwetsend en vernederend.

Mensen van goede wil die er alles aan doen om een beetje geluk te creëren voor hun familie en geliefden en die dat werk half zien tenietgaan door een paar geradicaliseerde idioten, die menen dat terreur en gebrek aan respect voor mensenlevens en samenleving iets zullen opleveren.

Het enige wat rest is het niet bij wat mails en telefoons laten zitten, maar elkaar op te zoeken. Te leven en te tonen dat dit ieders probleem is. Een probleem dat we niet gaan oplossen met angst en verdediging, maar met warmte en met verbondenheid. Hoe vreemd ook. Zonder naïviteit, maar in het volle besef dat samen bouwen aan iets, altijd al meer heeft opgebracht dan afbreken en kapotmaken. 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: ontslag nemen

"'Papa, ik ga mijn ontslag geven!' Een zin die net iets te vaak in het chaosgezin Everaert circuleert. Mijn dochters hebben me dat al gelapt, en nu was het de beurt aan zoonlief."

Guido: druk

Guido's gedacht: "Ik moet mij verontschuldigen. Ik heb weliswaar Abraham al gezien, maar dat betekent niet dat ik over veel inzicht en mededogen beschik. Tot nu."

Guido: schriftelijk geweten

"Ik typ dit stukje in bed. Op een maandagochtend. Om zeven uur. Omdat het kan. Naast mij ligt een vrouw die ook niet uit bed wil komen en min of meer dezelfde job uitoefent."

Guido: bijzaken

"Bij mij hebben bijzaken de neiging om tot veelkoppige monsters uit te groeien. Het lukt me bijvoorbeeld niet om te schrijven als de keuken er niet tiptop uitziet."

Guido: jaloers

"Ik schrijf dit stukje, ongeschoren, in bed, op een vrijdagochtend om negen uur. Mijn meetings gebeuren op een terrasje of op café. En toch ben ik soms jaloers."

Guido: afwas

"Toen ik vroeger als jobstudent werkte, werd er bij ons thuis een nieuwe munteenheid ingevoerd. ‘Amai, dat is duur, daar moet ik zeker vier uur voor afwassen!’"