Columns

Guido: levenslang leren

'Ik ben nog niet echt klaar om te werken'. Het was de opmerking die ik het meest mocht optekenen uit de mond van jonge bijna-afgestudeerden. Ik was jurylid bij de beoordeling van de eindstages van jonge bachelorstudenten.

Het was grappig om die 'reality check' bij velen te mogen horen. Voor het eerst in hun jonge leven werden ze geconfronteerd met de nadelen van het beroepsleven, zonder er daadwerkelijk de voordelen van te ondervinden. Tenminste, dat is wat ik dacht…

Hoe kan je iemand zover krijgen dat hij voor dag en dauw opstaat. Zich vervolgens helemaal fatsoeneert. Die files en het openbaar vervoer trotseert om op een bepaald tijdstip -dat vooraf werd opgelegd en niet ter discussie staat- op een plek aan te komen, om daar te werken. Het beste van zichzelf geeft. Acht uur aan een stuk, met een beperkte middagpauze. Daar tegenover staat in hun geval niet eens een fatsoenlijke geldelijke beloning. Neen, ze doen dat om zich te oriënteren, om wat ervaring op te doen, om te kijken hoe het er in de grotemensenwereld aan toegaat.

En ik dacht dat het dat gebrek aan loon was dat vooral meespeelde. Dat bleek niet zo te zijn. Daar waren ze veel minder mee bezig. Dat is het goede nieuws.

Het ging er hen om dat ze het gevoel hadden dat ze onvoldoende gewapend waren om echt carrière te maken. Ze wilden nog verder studeren. Dat is ook goed nieuws. In de mate dat het wijst op een besef dat er zoveel meer boeiende dingen te doen zijn en dat je kansen op succes stijgen naarmate je beter opgeleid bent. Maar je zou er ook de negatieve kant kunnen van inzien. Dat er kennelijk toch iets mis gaat met het oriënteren na de humaniora. Als één diploma niet volstaat…

Of zou het op koudwatervrees wijzen? Terug naar de veilige haven van de hogeschool, waar er verder kan gespeeld worden, geleerd ook, maar waar er toch vooral minder verantwoordelijkheden zijn. Je regelt je werk op basis van de weinige deadlines die er aan komen, je mag al eens uit- of overslapen, en iedereen is en blijft vriendelijk voor iedereen. Zo hoort het.

Ik vind het goed dat ze willen verder studeren en beter worden, maar vroeg of laat staat de ontnuchterende openbaring te wachten dat geen enkele studie perfect voorbereidt op het harde professionele leven. Je groeit in en rond een job doordat je veel acuter kunt beginnen aanvoelen wat je sterktes zijn en waar je lacunes liggen en hoe je die moet aanpakken.

Een leven lang leren is geen mythe, maar een keiharde noodzaak. Maar ze wordt zoveel zinvoller beleefd in een professionele omgeving. Iets wat de meeste bedrijven ook inzien, en waar ze plaats en ruimte voor maken. Wie talent wil aanwerven moet er ook voor zorgen dat dat talent zich kan blijven ontbolsteren en groeien.

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: ontslag nemen

"'Papa, ik ga mijn ontslag geven!' Een zin die net iets te vaak in het chaosgezin Everaert circuleert. Mijn dochters hebben me dat al gelapt, en nu was het de beurt aan zoonlief."

Guido: druk

Guido's gedacht: "Ik moet mij verontschuldigen. Ik heb weliswaar Abraham al gezien, maar dat betekent niet dat ik over veel inzicht en mededogen beschik. Tot nu."

Guido: schriftelijk geweten

"Ik typ dit stukje in bed. Op een maandagochtend. Om zeven uur. Omdat het kan. Naast mij ligt een vrouw die ook niet uit bed wil komen en min of meer dezelfde job uitoefent."

Guido: bijzaken

"Bij mij hebben bijzaken de neiging om tot veelkoppige monsters uit te groeien. Het lukt me bijvoorbeeld niet om te schrijven als de keuken er niet tiptop uitziet."

Guido: jaloers

"Ik schrijf dit stukje, ongeschoren, in bed, op een vrijdagochtend om negen uur. Mijn meetings gebeuren op een terrasje of op café. En toch ben ik soms jaloers."

Guido: afwas

"Toen ik vroeger als jobstudent werkte, werd er bij ons thuis een nieuwe munteenheid ingevoerd. ‘Amai, dat is duur, daar moet ik zeker vier uur voor afwassen!’"