Columns

Guido: zie je me?

Quarantaine. Eerlijk gezegd vind ik het wel iets hebben. Natuurlijk is er inkomstenverlies, voor een broodschrijver als ik. Natuurlijk is het niet leuk om afgesneden te zitten van geliefden en familie.

Natuurlijk is het allemaal niet fijn, en moet je denken aan zorgverleners, aan onze mama's en papa's, aan mensen die klein behuisd zitten en moeilijkheden ondervinden om het allemaal in elkaar te passen en voor elkaar te krijgen.

Maar het aanpassingsvermogen, de veerkracht, wilskracht en creativiteit die we met zijn allen tentoonspreiden om dit zo snel mogelijk achter ons te laten is toch ook bewonderenswaardig.

Voor mij is het een manier om werk te herdefiniëren en prioriteiten te vinden. Ook om meer te fietsen en te lopen. Maar de grootste uitdaging zit in het management van de virtuele contacten.

Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik ben absoluut geen beller. Absoluut nooit geweest. Het hoogstnoodzakelijke, en alleen omdat er discussie zou kunnen ontstaan en ik geen zin heb in ellenlange sms-conversaties. (Ik ben dus ook geen berichtjesman!) 

Maar nu is 'bellen' opeens helemaal 'out'! Nu moet er aan videoconferencing gedaan worden.

En iedere andere partij heeft zo zijn eigen voorkeur. De ene doet het graag met Skype, de andere verplicht je om te klooien met 'Skype for business' (dat werkt nooit met externen!). Nog een derde zweert bij Google Hangouts en dan zijn er nog de Zoomers en de adepten van MS Team. Ik vergeet er vast nog een paar. Overal accounts, overal inloggen en dan begint het.

'Ok, ik zie dat iedereen er is… Hoort iedereen mij?'

Oorverdovende stilte aan de andere kant. De ene ziet je, de andere niet, nog een derde zit ertussen te beppen omdat hij zelf wil gehoord of gezien worden. De vierde heeft last van feedback tussen mic en speaker, wat voor stemmige tussengeluiden zorgt. De host van de meeting is vergeten dat hij zijn settings moet aanpassen omdat hij op een ander platform startte en daar blijft het donker en stil.

Halve hoofden, geblokte hoofden, wazige hoofden. Tegenlicht en schetterlicht. Gekapte geluidsstromen, horten en stoten, en ontzettend veel herhalingen, los van het door elkaar praten… Maar we blijven bezig.

Als ik lesgeef blijft het angstaanjagend stil. Ik kan daar niet tegen. In een klas hoort rumoer. Nu hebben ze allemaal netjes hun microfoon 'gemute' en hun beeld uitgezet. Ik praat tegen een muur. Ik ga volgende week studenten aanduiden die verplicht moeten murmelen en fluisteren, zodat ik voel dat er iemand aan de andere kant zit.

En als we dan eindelijk klaar zijn met de dag, dan willen we nog iets gezellig doen met vrienden.

'Zullen we even skypen met een groepje?' 'Neen, liever Facetime, dan kan de bomma ook mee doen.' 'Of doen we van Houseparty? Da's ook plezant, dan komt er misschien nog volk bij'. 'Ah nu zijn we misschien toch met te veel, willen we naar Google Hangout gaan? 'Caroline, ik kan u niet zien, uwen telefoon is gevallen…'

Het obligate glas wordt in de lucht gestoken, iedereen is blij, dat men nog in goede gezondheid is. En we beseffen met zijn allen dat er niets, werkelijk niets, boven echt contact gaat. Videoconferencing 2020, het blijft behelpen.

We gaan warme tijden vol zorgzaamheid tegemoet. Ik ben er zeker van."

 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: druk

Guido's gedacht: "Ik moet mij verontschuldigen. Ik heb weliswaar Abraham al gezien, maar dat betekent niet dat ik over veel inzicht en mededogen beschik. Tot nu."

Guido: schriftelijk geweten

"Ik typ dit stukje in bed. Op een maandagochtend. Om zeven uur. Omdat het kan. Naast mij ligt een vrouw die ook niet uit bed wil komen en min of meer dezelfde job uitoefent."

Guido: bijzaken

"Bij mij hebben bijzaken de neiging om tot veelkoppige monsters uit te groeien. Het lukt me bijvoorbeeld niet om te schrijven als de keuken er niet tiptop uitziet."

Guido: jaloers

"Ik schrijf dit stukje, ongeschoren, in bed, op een vrijdagochtend om negen uur. Mijn meetings gebeuren op een terrasje of op café. En toch ben ik soms jaloers."

Guido: afwas

"Toen ik vroeger als jobstudent werkte, werd er bij ons thuis een nieuwe munteenheid ingevoerd. ‘Amai, dat is duur, daar moet ik zeker vier uur voor afwassen!’"

Guido: zomer

"Heb jij dat ook? Last van jaloezie als je bouwvakkers in de zomer in ontbloot bovenlijf ziet werken? Ik weet nochtans dat het onredelijk is."