Columns

Guido: wandelhype

Decennia geleden, was ik consultant bij een groot onderzoeksbureau. Het was een tijd met decorum. We hadden pak en das aan, we vousvoyeerden onze bazen en we hadden er ook nog enig ontzag voor.

Wat me uit die tijd bijbleef, was de informele sturing die 'het management' op ons uitoefende. Met meer of minder subtiele kunstgrepen kregen ze ons zover dat we het belang van stiptheid, nauwgezetheid en ethisch zakendoen ingelepeld kregen.

Honderden anekdotes zou ik erover kunnen vertellen. Eén initiatief in het bijzonder boezemde ons, jonge twintigers, ontzettend veel angst in. 's Middags lunchten de consultants allemaal samen in een groot, redelijk luxueus bedrijfsrestaurant. Onze baas ook. De man was volledig opgetrokken uit streng jezuïtische werkethiek. Door arbeid en vlijt komt een mens nog ergens. Tweed, jagersgroen en Engelse schoenen vervolledigden de betonnen persoonlijkheid. Solide en standvastig met een scherp getraind verstand. Hij at ontzettend snel en meestal ook afschuwelijk gezond. Slaatjes en soep, toen dat nog niet in de mode was.

Nadat hij die sobere maaltijd binnengewerkt had, kwam hij altijd naar onze tafel en sprak de gevreesde en gevleugelde woorden uit: 'Guido, tu m'accompagnes? ' Het was een uitnodiging, met de dwingende kracht van een bevel. Het was de aankondiging van een ongeveer drie kwartier durende marteling, zowel fysiek als intellectueel. De man vond het noodzakelijk om het 'mens sana in corpore sano'-principe met ieder van ons in de realiteit om te zetten. Hij deed dat door een wandeling.

Wandeling doet het concept oneer aan. Een speedwalk, waarbij je ongemeen scherp moest blijven. Nooit in mijn leven heb ik iemand gekend die sneller stapte. Met grote passen door de Brusselse parken en binnenstad. En ik stap zelf ook echt niet traag.

Verkeerd, te modieus schoeisel werd al na een kwartier problematisch. Te veel of te weinig kleding zorgde voor rillingen of zweetstraaltjes en ongemak voor de rest van de middag. Bovendien werd er op hoog tempo geconverseerd, over de klanten, over levenshoudingen, of over wat hij toevallig ergens zag: een gebouw, een reclamebord, een mening, de actualiteit. Niets werd vergeten.

Hij verwachtte van zijn wandelgast dat die gelijke tred hield, een serieuze inhoudelijke meerwaarde produceerde en liefst ook een originele en onderbouwde mening gaf over de ad hoc onderwerpen. Je speelde met je reputatie, en dus ook met je carrière. Na die middagwandeling was je leeg, en wilde je eigenlijk liefst van al verdwijnen naar een onbewoond eiland om je daar te bezinnen over de puinhoop die je van je leven had gemaakt. Reflecties over intellectuele oppervlakkigheid hoorden daar ook bij.

Toch denk ik nu nog steeds met grote genegenheid terug aan die periode. En aan het fenomeen. Om te moeten vaststellen dat hij een trendsetter was, die door zijn tijd niet begrepen werd.

Er kondigt zich immers een nieuwe hype aan. Lunchwandelen, wandelvergaderingen, wandelbrainstorms. We moeten bewegen en we moeten gezond blijven. En dus koppelen we alles aan beweging. Zoals we rechtstaand moeten werken en vergaderen. Ik kan me er volledig in vinden. Maar moeten we daar nu weer meteen zo hysterisch over doen? En betekent dat dat we alles meteen maar het wandelpredikaat moeten geven?

Wandelonderhandeling, Wandelingsfunctioneringsgesprek. Veel punten bij scrabble. Wandeling exit interview. Dat zie ik nog wel zitten, symboliek gaat dan hand in hand met het begeleiden naar de uitgang.

Het is niet nieuw, het is interessant, maar laat ons vooral even rustig blijven. En niet meteen van alles een wandeling maken. 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: schriftelijk geweten

"Ik typ dit stukje in bed. Op een maandagochtend. Om zeven uur. Omdat het kan. Naast mij ligt een vrouw die ook niet uit bed wil komen en min of meer dezelfde job uitoefent."

Guido: bijzaken

"Bij mij hebben bijzaken de neiging om tot veelkoppige monsters uit te groeien. Het lukt me bijvoorbeeld niet om te schrijven als de keuken er niet tiptop uitziet."

Guido: jaloers

"Ik schrijf dit stukje, ongeschoren, in bed, op een vrijdagochtend om negen uur. Mijn meetings gebeuren op een terrasje of op café. En toch ben ik soms jaloers."

Guido: afwas

"Toen ik vroeger als jobstudent werkte, werd er bij ons thuis een nieuwe munteenheid ingevoerd. ‘Amai, dat is duur, daar moet ik zeker vier uur voor afwassen!’"

Guido: zomer

"Heb jij dat ook? Last van jaloezie als je bouwvakkers in de zomer in ontbloot bovenlijf ziet werken? Ik weet nochtans dat het onredelijk is."

Guido: chillen

"Slungelig komt hij aangesjokt. ‘Ik ga even buiten studeren.’ Vogels vallen uit de boom van de warmte, maar deze puber gaat chemie studeren terwijl hij aan zijn teint werkt."