Columns

Guido: dochters

Ik ben zo ontzettend trots op mijn dochter, dat kunt u zich niet voorstellen. Zij en ik, dat is een ietwat moeilijke relatie. Ik heb haar niet echt opgevoed, dat heeft haar mama grotendeels voor haar rekening genomen. Ik gaf wat geld (als ik het had) of ik was te druk bezig met leven en met mezelf. Het is niet anders.

Ik kan erg goed leven. Niet dat ik ze daar niet bij betrok, maar ik vermoed dat hun sentiment over mijn opvoedkundige waarde zich samenvat tot begrippen als 'afwezig', 'ne prettige nonkel' en 'plezant onverantwoordelijk'. Ik heb wel mijn best gedaan, ik genoot van de gesprekken en contacten, die er heus wel waren. Hier en daar heb ik ook wel wat meerwaarde geleverd, maar dat is op zich niet zo boeiend.

Eén van de dingen die ik hen ook altijd op het hart drukte (ik heb drie dochters en een zoon) was dat ze altijd en overal rechtuit hun gedacht moeten zeggen. Beleefd weliswaar, maar toch uitkomen voor wat ze te zeggen hebben en denken over situaties. Ook tegen mij. Dat doen ze, met verve, en met enthousiasme. Het is niet altijd even prettig om daar mee geconfronteerd te worden. Zo ben ik  overigens achter mijn pedagogisch toegevoegde waarde gekomen. Vandaar ook het stormachtige in de relatie met mijn oudste, en mijn zoon, en mijn tweelingdochters…

Een oudste die het oorspronkelijk erg moeilijk had met haar studiekeuze. Getalenteerd en creatief, ging ze grafiek studeren. Maar fijn vond ze 't niet. En dus veranderde ze, naar ietsjes meer burgerlijk en ogenschijnlijk comfortabeler.  Vertaler. Ik zag dat niet zitten,  en heb haar dat toen ook gezegd.  Wat zij me op haar beurt wel kwalijk nam. Ik deed het omdat ik haar ken. Ze heeft geen echt studiehoofd, ze is meer zoals ik; als het intuïtief goed zit dan is ze er zo mee weg, in het andere geval is het lastig en volgt weerzin en middelmatigheid. Dus gaf ze er de brui aan, dacht even goed na en nam de volgende stap in haar jonge leven.

Dat andere opvoedkundige principe dat ik aankleef, over verantwoordelijkheid opnemen voor eigen beslissingen, hanteert ze namelijk met evenveel brio. Ze begon te werken, verhuisde er zelfs voor naar Spanje, om een goed jaar later te merken dat het vrij eenvoudig is om te veranderen van werk, eens je wat ervaring hebt.  Ze is dus 'vertrokken', zoals we dat zeggen.

Ze zoekt haar weg, samen met haar vriend, het is waarlijk mooi om te zien.  En heel af en toe krijg ik schrik. Dat ze dezelfde fouten gaan maken als ik. Net dat ietsje te burgerlijk, net dat ietsje teveel blijven hangen in hun comfortzone. Een leven leiden dat prettig en gewoon is.

Tot ik haar deze week uitnodigde voor mijn boekvoorstelling. Ze keek me ernstig aan en zei 'dat gaat misschien niet lukken, want ik moet een werk voorstellen voor mijn opleiding monumentale kunst'.

De emoties zijn met geen pen te beschrijven, pleegt men dan meestal te lezen. Absoluut wel! Ik ben zelden zo blij geweest. Amper drie, vier jaar na haar afscheid van haar passie heeft ze die weer opgerakeld.  Ze heeft niet -zoals haar vader- twintig jaar gewacht om dat ene te doen waar alle bevrediging en blijdschap uit komt, neen, ze is er nu al mee bezig.

Heerlijk is dat!

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: ontslag nemen

"'Papa, ik ga mijn ontslag geven!' Een zin die net iets te vaak in het chaosgezin Everaert circuleert. Mijn dochters hebben me dat al gelapt, en nu was het de beurt aan zoonlief."

Guido: druk

Guido's gedacht: "Ik moet mij verontschuldigen. Ik heb weliswaar Abraham al gezien, maar dat betekent niet dat ik over veel inzicht en mededogen beschik. Tot nu."

Guido: schriftelijk geweten

"Ik typ dit stukje in bed. Op een maandagochtend. Om zeven uur. Omdat het kan. Naast mij ligt een vrouw die ook niet uit bed wil komen en min of meer dezelfde job uitoefent."

Guido: bijzaken

"Bij mij hebben bijzaken de neiging om tot veelkoppige monsters uit te groeien. Het lukt me bijvoorbeeld niet om te schrijven als de keuken er niet tiptop uitziet."

Guido: jaloers

"Ik schrijf dit stukje, ongeschoren, in bed, op een vrijdagochtend om negen uur. Mijn meetings gebeuren op een terrasje of op café. En toch ben ik soms jaloers."

Guido: afwas

"Toen ik vroeger als jobstudent werkte, werd er bij ons thuis een nieuwe munteenheid ingevoerd. ‘Amai, dat is duur, daar moet ik zeker vier uur voor afwassen!’"