Maar deze keer gaat het anders zijn. Bij mij toch. Al jaren loop ik te miezeren en te zeuren dat ik zo graag meer zou schrijven en minder andere opdrachten wil doen. Daar is kennelijk maar een oplossing voor: daadwerkelijk meer schrijven. En routines gaan mij daarbij helpen.
Leuk boekje
Zo botste ik vorige maand op een erg leuk boekje: Dagelijkse rituelen, van Mason Currey en Eva Hoeke. Het neemt de rituelen van schrijvers en kunstenaars onder de loupe.
Het is vermakelijk, maar het is ook troostvoer. Ik word in mijn omgeving wel eens uitgelachen om mijn welhaast dwangmatige neurotische tics. Hoe 'de schrijfplek' moet geordend worden, hoe de dag moet georganiseerd worden en wat al niet meer.
Ik aanzag dit meestal als bijzondere vormen van procrastinatie. Maar dat blijkt niet zo te zijn. Velen anderen voor mij hadden er ook last van. Ze hanteerden een strikt schema om de chaos en zichzelf de baas te blijven. Ze hadden routines nodig om tot schrijven te komen, of om overdaad en demonen te bedwingen.
En het mooiste van alles: de meeste verhalen in het boek draaien rond dezelfde dimensies die ook mijn leven beheersen.
Slapeloosheid
Er is de slapeloosheid. Ik heb het er al dikwijls over gehad. Om vier uur, vijf uur, is het feestje hier meestal (godzijdank niet altijd) afgelopen.
Om dat toch een beetje in goede banen te leiden, heb ik mezelf opgelegd om uiterlijk om middernacht in bed te liggen. Dat lukt niet altijd, maar door het op die manier te doen, cumuleer ik geen slaaptekort.
Drank
Dan is er de drank. Als ik eerlijk ben, ik kan het wel smaken. En ik ben niet alleen. U hebt geen idee hoeveel creatievelingen naar de fles grepen. Waar had het mee te maken? Hun demonen? Uit verveling? Of gewoon om dingen te vergeten.
Alle redenen waren goed, maar Satie, Brood, Hemingway, Bacon: ze raakten hem zonder uitzonderingen hard en overmatig. Dat heb ik ook al met ze gemeen. Ik houd van een glas wijn, of een frisse pint en occasioneel een mooi glas whisky.
Ik heb er ook geen probleem mee om daar alleen van te genieten. Ik heb overigens ook al ervaren dat dronken schrijven niet bestaat. In het moment misschien wel, maar achteraf blijkt het toch allemaal wat tegen te slaan, qua inhoud.
Natuur
En dan is er nog de natuur, de routines, de buitenlucht. Je zou verbaasd zijn hoeveel sterren van het creatief metier zwoeren bij een dagelijkse, lange wandeling in de natuur of door de stad.
Ik hou daar ook van. Met of zonder hond. Contact met de (stille) buitenwereld is essentieel om inspiratie op te doen, flitsen te krijgen, verbanden te leggen. Ik hou van de observaties in de stad en het luistervinken in de kroegen. Ik verbeeld me dan heelder verhalen, op basis van flarden conversatie. Heerlijk.
Het is belangrijk om een dergelijke grote mate van tijdverlies en non-productiviteit te kunnen verantwoorden met een zin als 'Kant en Kierkegaard deden het ook!'
Mijn tijd
Sinds 1 januari van dit gezegende jaar heb ik eraan toe gegeven. Van 6 tot 8 uur is 'mijn tijd'. Op deze manier kan ik er niemand meer van betichten mij en mijn ambities in de weg te staan.
Als ik ze gebruik om te schrijven is dat mooi, als ik ze gebruik om te slapen of te sporten dan is dat gezond, en als ik ze gebruik om een kater weg te slapen dan is dat gewoon jammer en mijn eigen domme schuld.
De funderingen liggen er, nu alleen nog het talent ontwikkelen. Dan ben ik er! U hoort er hopelijk nog van…"
Wie is Guido?
Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.