Columns

Guido: doen alsof

In de jaren 80 werkte ik al voor een erg slim bedrijf. Ik was consultant voor een internationaal researchbureau. Fijne mensen, goed georganiseerd.

Ze gaven er niet veel om hoeveel uur je werkte. Minimale aanwezigheid werd gedoogd, als de klanten maar tevreden waren.

Tijdens mijn proefperiode draaide ik er erg lange dagen, ik was bij de eersten op kantoor en ik vertrok bijna als laatste.

Tot mijn baas zijn bezorgdheid met me deelde: 'Guido, ik denk dat we je zullen laten gaan, want je bent waarschijnlijk niet slim genoeg om hier te werken. Als je nu al zoveel uren klopt en je hebt niet eens echt werk, dan voorspelt dat weinig goeds.'

Hij heeft dat geen twee keer moeten zeggen. Ik werd een wonder van efficiency. En zij waren ook tevreden.

Ik heb zeven jaar bij dat bedrijf gewerkt, promoties gemaakt, en goed geld verdiend.

Ze motiveerden hun medewerkers niet. De applausgeneratie moest nog geboren worden. Het enige waar ze zorg voor droegen, was ons niet demotiveren. Dat volstond. Iedereen deed zijn werk.

Vele jaren later kijk ik soms met heimwee terug naar dat bedrijf.

Zelfs als zelfstandige word ik nog geconfronteerd met bedrijven die 'het proces en de structuur' genegen zijn. Je moet met hen communiceren en werken zoals zij dat willen.

Het lijkt er soms zelfs op dat 'het proces' veel en veel belangrijker is dan het eindresultaat en hoe dat bereikt wordt.

Begrijp mij niet verkeerd, ik heb er niets tegen dat er gepraat en gediscussieerd en gebrainstormd wordt om de zaken scherp te stellen.

Maar waar ik het ontzettend lastig mee heb, dat zijn de 'functionarissen van de communicatie'. Mannen en vrouwen die een vaste baan hebben bij een groot bedrijf en mij, als leverancier van diensten, gebruiken.  

De meeste van mijn klanten zijn gewoon leuke mensen. Omdat ik ze daarop selecteer. Echt waar. Ik heb mijn portie zeikerds in het bedrijfsleven al gehad.

Maar heel af en toe zijn er wat personeelswissels, of komt er een klant bij, die ik niet juist ingeschat heb.

Dan moet ik optreden. Dat klinkt erg arrogant, maar dat is het echt niet, ik ben gewoon erg gelukkig dat ik die vrijheid heb.

Het begint meestal met dwingende mails, die op verschillende platformen tegelijk op je worden losgelaten.

De tweede stap is er eentje waarbij er afgesproken wordt om op vaste tijdstippen te communiceren. Liefst met 'newspeak'-begrippen als 'confcall' of 'skypesession'.

Een 'confcall' met twee, dat is niets anders dan een telefoongesprek. En skype zonder beeld, dat is een telefoongesprek van slechte kwaliteit via de laptop.

Tijdens die gesprekken gebeurt er niet meteen veel. Er wordt geen nieuw werk aangekaart, er wordt hoogstens wat geneuzeld over de 'stavaza' van de huidige projecten.  

Voor mij is er geen meerwaarde. De meerwaarde is er enkel voor de andere kant. Daar wordt het proces gerespecteerd, de to-do's afgevinkt, en is men 'druk, druk, druk', met het bestieren van de externe leveranciers.

Ik negeer die procedures, na verloop van tijd. Omdat ik er het nut niet van inzie. Omdat het voor mij onproductieve tijd is. Ik doe niet aan pampering. Geleerd in de reclame. Beoordeel mij op mijn resultaat, dat is het enige wat telt.

En dan komt de boosheid stilaan, aan de andere kant. 'Op deze manier is het voor mij erg moeilijk om met u te werken, ik kan geen overzicht houden'.

En dan volgt mijn telefoontje, of mijn mailtje… dat het waarschijnlijk leuker is voor hen om met iemand anders te werken, want dat er voor mij zo geen lol aan is.

En dan is er de verwondering, en meestal ook de smeekbede om het toch maar anders te doen. Maar dan is het al te laat. De goesting is over bij mij.  

Echt werken, nooit doen alsof we werken, het levert meer op.

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: despoten

"Je komt ze overal tegen. Maar godzijdank niet heel de tijd. Anders zou het leven ondraaglijk worden. Waarover ik het heb? Over mensen die genieten van hun macht en zich beter voelen dan de rest."

Guido: joch

"Tijdens de infodag op mijn hogeschool keek het joch schaapachtig en onzeker naar zijn moeder. De mama glimlachte en zei: "Ja, ik denk wel dat hij aanleg heeft voor informatica, hij zit toch veel achter de computer.""

Guido: vijftigplussers

"Soms voer ik een gesprek met een headhunter. Dan informeert een vrolijk meisje of een ambitieuze jongeman met veel te lange schoenen naar mijn zwakke en sterke punten. Vreselijk!"

Guido: dauwtrappers

"Ik kan het niet meer. Het is op, voorbij, gedaan. Het zal wel met de leeftijd te maken hebben. Voor u verkeerde conclusies trekt: het lukt me niet meer om ’s nachts te werken. Ik doe het nu 's morgens vroeg."

Guido: Marie Kondo

"Er is nu een oplossing voor gepatenteerde uitstellers. En die oplossing heet Marie Kondo. U leest het goed, ik ben een adept van het Japanse opruimwonder. Ik begon met kleren, en daarna met boeken."

Guido: sterfelijk

"Toen ik lesgaf aan een groep jonge studenten, trok een licht ontvlambaar meisje publiekelijk en redelijk brutaal mijn kennis in twijfel. Ze zei: "Maar gij zijt oud, wat weet gij daar nu van!""