Ik was de afgelopen weken opnieuw in mijn tweede moederland: Japan. Het was de eerste keer na de coronaperikelen. Japan hanteerde toen draconische maatregelen, zoals het opsluiten van buitenlanders in hotelkamers voor 2 weken.
Herinneringen aan verplichte mondmaskers op restaurant waarbij praten verboden was, flitsten voorbij terwijl de avondzon de straten van Tokyo in een warme gloed hulde.
Ik was op weg naar een sushibar. Mijn zakenpartner Mr Nakamura had me uitgenodigd voor een authentiek Japans 7-gangenmenu. Het samenkomen en delen van maaltijden blijft een essentieel aspect van het zakenleven.
Het was een overweldigende ervaring. Wij westerlingen genieten van een fantastische maaltijd op basis van geur en smaak. In Japan geniet je van een prachtige harmonie tussen smaak en een visueel spektakel, gecreëerd op porselein en gedecoreerd met de meest natuurlijke producten.
Mr Nakamura en zijn assistente Risako onderstreepten voor de zoveelste keer dat de klant god is. Dit is een traditioneel heilig Japans gezegde: O-kyakusama wa, O-kamisama desu. Alles leek zoals vroeger en zoals het Japan dat ik al meer dan 30 jaar ken.
Maar na wat sake en Japanse whisky kwamen de tongen los en kreeg ik plots een plensbui van frustraties. Zowel de oudere als de jongere generatie kampt met grote zorgen over de Japanse maatschappij.
Risako -die 29 is- vertelde me zonder schroom dat zij geen zin heeft in een leven zoals dat van haar baas. De jongeren in Japan willen niet meer werken en sparen voor een huis of een mooie Toyota. Dit maakt hen een slaaf van hun werkgever die hen weliswaar een levenslange job garandeert, maar die ook al hun dagen en avonden opeist. De jongere generatie stopt met geld te spenderen aan de klassieke industrieën en streeft naar een betere levenskwaliteit.
En kinderen… Nee dat moederinstinct is voor haar een doodgeboren kind. Kinderen zijn eerst en vooral veel te duur en bovendien zouden ze haar vrijheid beknotten.
Mr Nakamura werd er stil van en dook bijna onder de tatami toen ik hem aankeek tijdens het betoog van de aanstormende moderne geisha. Hij is zelf 58 en vertelde me dat hij bijna aan het einde is van zijn officiële carrière. Ik keek hem verbaasd aan want dit is nog vroeger dan in België.
Toen vertelde hij me hoe het echt zit. Heel wat grote bedrijven dwingen hun medewerkers om op hun 60ste uit hun functie te stappen, hoe goed ze ook zijn. Ze worden overgeplaatst naar een zusterbedrijf waar ze een nieuwe job krijgen zonder verantwoordelijkheid maar met een heel dure titel. En: hun loon wordt gehalveerd!
De overheid heeft een deal gemaakt met het bedrijfsleven. Bedrijven die oudere werknemers tegen een sterk verminderd loon tewerkstellen tot aan hun pensioen krijgen in ruil financiële tegemoetkomingen en lagere sociale lasten. Een win-win voor de overheid en het bedrijfsleven, maar de modale Japanner is de pineut. Zeker als je weet dat de pensioenleeftijd sinds 2 jaar opgetrokken is tot... 70 jaar!
En eens ze op pensioen zijn, is het nog niet gedaan. Het gemiddelde pensioen is 1.500 euro per maand, maar er zijn mensen die het moeten doen met het minimumpensioen van 600 euro. Dit is niet genoeg om het hoofd boven water te houden.
Resultaat: 35% van de groep 70- tot 75-jarigen blijft werken. Officieel is dit omdat Japanners heel graag werken en sociaal contact willen, maar de echte reden is dat ze rijst in hun kommetje willen.
Het voelt mensonterend aan als je ziet hoe stokoude kromgebogen mannetjes als veiligheidsagent met een vlagje staan te zwaaien of grijze dames van bijna 80 jaar je thee komen inschenken op restaurant.
Binnen 10 jaar gaat Japan minstens 7 miljoen arbeidskrachten te kort hebben. Als ze de economie en het sociale zekerheidssysteem overeind willen houden gaan ze hun traditionele opvattingen over arbeidsparticipatie moeten herzien. Immigratie bijvoorbeeld is nog altijd een groot taboe. En de traditie wil ook dat vrouwen thuisblijven in plaats van te werken.
Toen ik terug was in België vroeg ik aan mijn Japanse baas hoe hij erover dacht. Hij vond dat ik overdreef met mijn empathie voor de grijze Japanners. Volgens hem heb je in Japan na je 70ste verjaardag nog altijd 30 jaar om van je pensioen te genieten want ze worden meestal toch 100 jaar.
Wie is manager Steven?
Steven werkt bij een Japanse multinational en reist meer dan 100 dagen per jaar voor zijn job. “Ik hoor vaak dat ik moeilijk gezag kan aanvaarden. Dat was zo op school, tijdens mijn legerdienst en ook op het werk."