Al een hele zomer hoor ik mensen zagen, steunen en klagen over hun vakantie, of het gebrek daaraan.
Ik verwonder me al vele jaren over de nijpende, bijna dwangmatige behoefte van mensen om op vakantie te gaan en daar ook ontiegelijk veel tijd aan te besteden. En dit jaar komt er nog een extra laag bovenop.
In een klassiek jaar, begint het al maanden vooraf, bij de planning. Vroeger moest je minstens wachten op de zomer- en wintercatalogi, dat gaf nog wat rustpunten.
Nu kun je het hele jaar door zoeken, naar koopjes en naar unieke aanbiedingen! Er wordt gezocht naar datgene wat net in het budget ligt, of er lichtjes over (want we leven maar één keer, toch! En dat kunnen ze ons dan toch niet meer afpakken!).
Dat zorgt al voor stress. Keuzestress en frustratie. De goede dingen worden er al een jaar op voorhand uitgehaald, en het is toch altijd weer net te duur of te ver, of in het verkeerde land. Miserie!
Vervolgens is er de afstemming van de vakanties van de actoren. Geen familietrips tijdens de scoutskampen. Opletten voor de tweede zit van onze Jef! Ah neen, die week gaat niet want dan vertrekt Marieke voor haar stage naar Ecuador.
De week voordien is er dan de strijd met het wasgoed, want iedereen wil zijn lievelingsspulletjes mee. En de fouragetocht naar de buren, de avond voordien: 'Kunnen jullie nog iets doen met die radijzen? 't Is zonde om ze weg te smijten…'
Het schema en de administratie van de vertrekdag zelf, de militaire precisie waarmee de familiecohorte naar de luchthaven dient gebracht te worden, dat is allemaal om ademloos en bewonderend naar te kijken.
Maar nu is er dus Covid. Uiteraard is er een deel van de mensen dat denkt 'Après nous le déluge'? Wij gaan toch. Dat kunnen ze ons dan toch niet meer afnemen' (zie ook boven!).
Ik begrijp dat niet goed, en denk er het mijne van.
En voor de anderen is het een 'staycation', een minitrip met de auto, en noem maar op. Maar er zal 'weggegaan' worden. Het huis waar we zovele weekends aan gewerkt hebben, de tuin die elke weekend maniakaal verzorgd wordt, het blijkt allemaal niet voldoende te zijn.
We vluchten er van weg. We willen ergens anders zitten dan altijd maar in ons kot. Ook dat begrijp ik niet goed, en ik denk er ook het mijne van.
Want zo kom ik bij mijn grote bezorgdheid. De veelgehoorde kreten: 'De batterijen opladen', 'Dat we er straks weer tegen kunnen', 'Dat gaan ze ons niet afpakken!'... En ik blijf wezenloos achter.
Ik vind het -net als de meesten- best fijn om eens een andere cultuur op te snuiven. Om eens een ander land te bezoeken. Ik associeer dat nooit echt met stranden, en zwembaden. Maar al helemaal niet met het opladen van mijn batterijen.
En dan stel ik me de vraag. Hoe uitputtend, vervelend of afschuwelijk moet je werk wel zijn, dat je zo'n alles verzengende behoefte hebt aan vakantie? En hoe gaat het volgende jaar er dan uitzien, als al die mensen met halflege batterijen en een afschuwelijk pesthumeur -omdat 'ze' hen dat wel afgepakt hebben- terug op de werkvloer verschijnen?
U kent mij ondertussen voldoende, ik veroordeel niks of niemand. Maar mij lijkt het een teken.
Als je twee weken vakantie echt nodig hebt, om te bekomen van wat je een heel jaar doet, dan ben je gewoon de verkeerde dingen aan het doen. Dingen waar je niet blij van wordt. Dingen waar je geen energie uithaalt.
Misschien zou je die batterijen drastisch kunnen vervangen door andere, door een job te doen die voldoening geeft. 't Is maar een gedacht natuurlijk.
Wie is Guido?
Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.