Columns

Guido: netwerken

Laten we het eens over netwerken hebben. Ja, ik hoor het je al denken: "Bah, oppervlakkig geneuzel, en het cultiveren van het ons-kent-ons-gevoel, ouwe-jongens-krentenbrood!"

Networking is iets vies. Onderhands gekonkel op recepties, 'namedropping' en handjes schudden van compleet oninteressante en onbekende mensen op feestjes, in de hoop dat iemand er beter van wordt. Dat is het cliché. En ik denk dat dat cliché fout is. Meer zelfs, ik ben ervan overtuigd dat het fout is.

Networking heeft echt niet veel uitstaans met slempen op feestjes en louche deals maken op golfterreinen of in de 'business seats' van voetbalclubs. Uiteraard gebeurt dat, maar dat is het resultaat van vele stappen voordien. 

Ik heb altijd graag met mensen gebabbeld. Ik ben geïnteresseerd in hun verhalen, in hun problemen en ja, ik vertel ook graag wat mij bezig houdt. Kleine verhalen, grote verhalen, grappige momenten, je moet er natuurlijk wel wat moeite voor doen.

Ik heb er overigens niet meteen een receptieruimte voor nodig. Dat gebeurt spontaan en overal. Zelfs op de spaghettislag van de Scouts. En geloof mij, de kwaliteit van die nieuwe contacten is niet minder dan wanneer je naar een business event zou gaan. 

Het enige waar mensen vanaf moeten is de erg vreemde dwanggedachte dat netwerken en jezelf verkopen op hetzelfde slaat. Niets is minder waar. 

In mijn boekje komt 'de mens' altijd eerst. Als je niet in die mens geïnteresseerd bent, dan houdt het toch meteen op? Het leven is al vervelend genoeg dat je niet ook nog eens met vervelende klieren zou gaan samenwerken. 

En eens je met die mensen praat, komt alles vanzelf. Je hoeft niet naar posities en jobtitels te vragen. Je moet geduld hebben en het verhaal laten ontwikkelen.

Vroeg of laat gebeurt er iets magisch. Dan worden er verhalen verteld, en bij die verhalen komen ook problemen kijken. Soms kan je die zelf oplossen, soms ken je mensen die geschikt zijn om ze op te lossen, en soms ken je ook gewoon mensen die gebaat kunnen zijn bij de oplossingen of de verhalen van dat toevallige contact. 

Da's meerwaarde, en die is -zoals het woord het zegt- iets waard. Soms is de meerwaarde gewoon het boeiende verhaal, of de boeiende persoon, maar heel af en toe kan je elkaar helpen. En dan is het een feestje, tijdens het feestje.

Wie netwerkt om tijdens een avond zoveel mogelijk namen af te strepen op zijn lijstje, die zal dat niet meemaken, maar die is dan ook helemaal niet goed bezig, en eerder opportunistisch. Daar komt nooit iets goed uit op lange termijn. 

En de rest is gewoon strikte opvolging. Leuke bedankmailtjes en herinneringen verzenden, en blij zijn met die nieuwe mens, met zijn verfrissende of verrassende inzichten. 

Een levenlang leren en een levenlang netwerken. En dan hoef je nooit nog te prospecteren, want er is altijd wel iets te doen, er kan altijd iemand geholpen worden. Echt wel! En anders heb je gewoon een erg leuke, interessante mens ontmoet. Ook dat is plezant. 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: vervloekte deadlines

Laat er geen misverstand over bestaan. Ik schrijf graag stukjes en heb aangename klanten. Ze doen niet vervelend. Toch is er één ding dat relaties verziekt en mensen humeurig maakt.

Guido: broodschrijven

Soms schrijf ik teksten voor grote organisaties. Dat maakt me altijd wat zenuwachtig. Je weet dat iedereen een oordeel gaat geven. Vaak gaan de suggesties lijnrecht tegen elkaar in!

Guido: ssst, hier wordt gewerkt… een beetje

Je hoort nogal wat nieuwe begrippen. FIRE (financially independent, retire early), the Great Resignation (over de golf ontslagen na covid). En nu is er ook ‘quiet quitting’. Ik begrijp het niet...

 

Guido: Tour de France

Het is koers. Heerlijk. Niet omdat ik zwijmel van bewondering voor de sportieve prestaties en ploegtactieken. Verre van. Het is gewoon een fantastisch alibi om te zondigen. 

Guido: oud

Ik stapte de tram op, goedgemutst, en ook een beetje overtuigd dat ik er redelijk goed uitzag. Een klein meisje stond op en bood haar plaats aan. Pijnlijk.

Guido: jongeren

Ik ben opgegroeid met een eenvoudig besef: je moet het doen met de kaarten die je hebt.