Thomas (31) duikt het krachthonk in
“Bij ons op het werk is er een fitnessruimte, met gewichten en enkele toestellen zoals een roeimachine, loopband en crosstrainer. Zo’n 3 keer in de week ga ik een klein uurtje fitnessen onder de middag. Ik hou het meestal bij wat oefeningen met gewichten.
Aanvankelijk deed ik het vooral om ’s avonds tijd te besparen. Ik ben pas rond 19u thuis van het werk en dat is vrij laat om nog te beginnen sporten. Daarna moet ik nog douchen, koken, eten, afwassen…
Tijdens mijn lunchpauze sporten leek me dus vooral ideaal om tijdwinst te boeken.
Maar gaandeweg begon ik te merken dat het ook mijn werkdag zelf ten goede komt. In de fitnesszaal krijg ik het gevoel van er even ‘uit’ te zijn en kan ik me volop ontspannen.
Dit geeft me energie om er in de namiddag weer tegenaan te gaan, en zo heb ik veel minder last van de bekende dip na de middagpauze.
Ik vind het ook een stuk makkelijker om mij aan die 3 keer per week te houden dan wanneer ik nog ’s avonds na het werk sportte.
Toen werd het sporten al eens aan de kant geschoven om een terrasje te doen of omdat ik gewoonweg te moe was. Nu kan ik naar huis in alle ‘vrijheid’ en doen waar ik zin in heb.”
Viktor (24) speelt een potje pingpong met de collega’s
“Ik werk nog maar enkele maanden bij een webbureau, en daar staat een pingpongtafel in de ontspanningsruimte. Het is voor mij dé manier geweest om mij te integreren binnen het bedrijf.
Elke middag staan we met een 8-tal collega’s aan de pingpongtafel om wat te kletsen en natuurlijk zijn er ook wedstrijdjes op het scherpst van de snee.
De geanimeerde partijtjes onder de middag zorgen er voor dat we elkaar de hele dag zitten te jennen en op te hitsen voor de volgende wedstrijd.
Zo heb ik op korte tijd heel wat collega’s op een ongedwongen en speelse manier leren kennen. Zonder die pingpongtafel had ik veel minder snel mijn plekje gevonden in de groep.
Bovendien heb ik er mijn oude liefde voor tafeltennis mee herontdekt.
Sommige collega’s eten aan hun computerscherm, maar ik ben blij dat ik even een half uurtje mijn hoofd kan leegmaken. Daarna eten we nog snel samen een broodje, en ondergaan de verliezers van de dag uiteraard het nodige hoongelach.”
Katia (40) bereidt zich voor op La Cannibalette
“Ik ben van plan om volgend jaar ‘La Cannibalette’ te fietsen. Dat is een fietstocht van meer dan 131 kilometer en 3500 hoogtemeters over 4 cols, waaronder 2 keer de Mont Ventoux.
Een eerste poging 3 jaar geleden mislukte, maar dit keer ben ik vastbesloten om de tocht tot een goed einde te brengen.
Het is dus belangrijk dat ik de nodige trainingskilometers maak om in de conditie te raken die nodig is voor het loodzware parcours. Mijn ritjes in het weekend zullen dan ook niet volstaan wil ik volgende zomer in mijn missie slagen…
Nu vertrek ik ‘s ochtends al vroeg naar het werk, en nog vroeger opstaan om te sporten zie ik niet echt zitten. Daarnaast volg ik nog 2 avonden in de week én de zaterdagvoormiddag een opleiding om me bij te scholen voor m’n job.
De middagpauze is dus eigenlijk het enige beschikbare moment om te trainen.
Daarom ga ik nu 4 middagen per week naar een fitness vlakbij m’n werk. Daar doe ik dan een klimtraining op de spinningfiets om mezelf zo klaar te stomen voor mijn doel.
Aangezien je redelijk wat zweet tijdens zo’n spinning-sessie, is het handig dat ik me achteraf kan douchen in de fitness.
Elke middagpauze is het wel een rush om op tijd (en met een rood hoofd) terug op het werk te raken, maar dat heb ik er voor over om La Cannibalette eindelijk tot een goed einde te brengen!
Bovendien voel ik me week na week fitter worden en het geeft een gelukzalig gevoel om zo aan mezelf te werken.”