Kristin (44) vertelt: “Ik heb altijd al een grote liefde voor Italië gehad. We gingen er elk jaar op reis en ik vond de taal prachtig. Op een dag kocht ik een boekje van Assimil om Italiaans te leren: elke morgen leerde ik op de bus naar mijn werk een les vanbuiten. Een tijd later vroeg onze vestiging in Rome of ik een handje wou komen toesteken. Ik was business manager van een nieuw IT-systeem dat al opgestart was in België, Frankrijk en Engeland, en dat nu ook van start ging in Italië. Omdat ik het systeem goed kende en intussen ook Italiaans sprak, was het een logische stap.
Ik zei ja, op voorwaarde dat ik mijn man en dochtertje elke week kon zien. Mijn werkgever ging akkoord: hij beloofde om elk weekend mijn vlucht naar Brussel te betalen of de vlucht van mijn man en dochter naar Rome. Aangezien ze toen in de derde kleuterklas zat kon ze af en toe vrijdag of maandag afwezig zijn, en een lang weekend naar Rome komen.
Favoriet ijsje
De eerste twee maanden woonde ik in een piepklein appartement aan de rand van de stad. Het was geen aangename buurt: er viel niets te beleven en de voetpaden lagen vol hondenpoep. Maar ik had geluk: een collega die ging trouwen trok in bij haar man, en ik mocht in haar appartement wonen. Het lag pal in het historisch centrum aan het Quirinaal. Onze straat was verkeersvrij en het appartement werd zelfs bewaakt door de presidentiële garde. Het enige nadeel was dat ik geen echte buren had. De meeste Romeinen wonen niet in het centrum omdat dit onbetaalbaar is, maar aan de rand, meestal in kleine appartementen. Langs de buitenkant zien die er vuil en vervallen uit, maar binnenin zijn ze erg netjes.
Als mijn man en dochtertje op bezoek waren, genoten we volop van mijn nieuwe woonplaats. We vonden al snel een goede gelateria: Cecere, vlakbij de Trevifontein. Het toffe was dat je er ook diepvriesdozen van 1 liter kon laten vullen met het ijs van je keuze. Je kon bijvoorbeeld aardbei, kers en citroen kiezen en die allemaal in één doos laten doen. We gingen zo vaak naar Cecere dat de verkopers ons kenden. Mijn dochter was in die tijd verzot op Yoghurt-ijs. Ze ging eens een ijsje halen toen er een hele bus toeristen voor haar stond aan te schuiven. Toen ze binnenkwam kreeg ze als eerst haar Yoghurt-ijsje vóór alle anderen. Als we nu nog eens in Rome zijn en langsgaan, worden we nog altijd als koningen ontvangen.
Niet frivool
Op mijn werk kende iedereen me al snel als ‘de collega uit België’. De meeste werknemers stonden positief tegenover me. Een van mijn collega’s ging zelfs met me mee naar Ikea om een aantal zaken te kopen voor mijn appartement, en een andere leende me een tv omdat hij vond dat ik die nodig had. Ik vond mijn job leuk, maar het was soms wel moeilijk: bepaalde concepten die voor mij duidelijk waren, begrepen mijn Italiaanse collega’s niet. Dat bracht langs beide kanten frustratie met zich mee en vertraging.
Bovendien hebben Italianen een andere mentaliteit. Ze werken meer uren dan wij, maar toch gaat hun werk niet snel vooruit omdat ze zo inefficiënt zijn. Vergaderingen beginnen bijvoorbeeld nooit op tijd. En niemand durft beslissingen nemen uit angst om achteraf de schuld te krijgen als er iets fout gaat. Gevolg: alles moet eerst unaniem beslist worden waardoor het beslissingsproces enorm traag gaat. Dat is iets wat je echt niet nodig hebt als je vooruit wil! Wat me verder opviel is dat de meeste Italianen zichzelf heel au sérieux nemen op hun werk en helemaal niet zo frivool gekleed gaan als wij altijd denken. Ze dragen in 95% van de gevallen een blauw of grijs kostuum met een wit of blauw hemd. Een bruin kostuum of een roze, groen of beige hemd zie je er haast nooit.
Té Italiaans
Mijn conclusie? Italië is een prachtig land om op vakantie te gaan, maar er wonen is minder eenvoudig. Om te beginnen miste ik het bruisende, multiculturele aspect dat je bijvoorbeeld wel in Brussel hebt. Rome is totaal geen wereldstad: er wonen niet veel buitenlanders, de mode hinkt een paar jaar achterop, de restaurants hebben alleen maar een Italiaanse keuken… Heel af en toe zie je eens een Japans restaurant, maar dat is echt zeldzaam.
Ten tweede lijkt alles er zo veraf. Als je in Brussel 200 km rijdt, zit je in een ander land. Doe je dit in Rome dan zit je nog steeds in Zuid-Italië. Heel wat Romeinen vertelden me hoeveel geluk ik heb als Belg dat ik zo dicht bij andere landen woon. Om jullie een idee te geven: ik ging eens met een Italiaanse collega naar Parijs voor zaken. Wel, hij was nog nooit buiten Italië geweest! ’s Avonds aten we Libanees, en daar was hij echt ondersteboven van.”
Ook interesse?
- Wil je graag getuigen over je ervaring in het buitenland? Mail naar de redactie.
- Droom je van een buitenlandse ervaring? Lees meer op 'Werken in het buitenland'.