Columns

Guido: jaloers

Ik kan jaloers zijn op dingen die ik totaal niet ken… Hebt u dat ook? Gras dat er groener uitziet aan de andere kant van de heg? Dan zie ik bijvoorbeeld zo'n bouwvakker, of een wegenwerker aan de slag, in de zon. Hard werken, beetje dollen met collega's. Meestal gebeurt dit als ik weet dat ik me ga moeten begraven in een of andere college- of vergaderzaal, of terwijl de deadlines rond mijn oren, zacht zoemende geluiden maken.

Erg dwingende, dat wel. Dan beklaag ik me en vind ik dat ik het hard heb. Terwijl ik me met geen mogelijkheid kan voorstellen hoe het leven van een bouwvakker in elkaar zit, hoeveel chaos er daar wel heerst. Ik vermoed gewoon dat ze er verstandiger mee omspringen en dat het er simpeler aan toegaat.

Ik probeer me hun leven voor te stellen. Ik vermoed dat ze 's morgens vroeg opstaan. Stevige boterhammen liggen klaar of worden bereid, en zwarte koffie wordt gedronken aan de keukentafel. In het huis dat ze zelf gebouwd hebben, want het zijn uiteraard handige Harry's, die iets kunnen.

Dat huis is er gekomen door nijverheid en vlijt. Niet verder springen dan je kunt, niet te gek doen. Hier en daar al eens bijklussen, en veel zelf doen. Eerbaar. Overdag wordt er gewerkt, een strikt regime. Exact het aantal uren dat overeengekomen is. Overuren worden betaald. Op een treffelijk uur naar huis in het busje en eventueel een pintje.

Een avond die nog een avond is, en mogelijkheden om te fietsen, te sporten, een hobby te hebben of gewoon leeg voor het schermpje te hangen. Dat kan ook. Een geregeld leven, met een zorgzame vrouw en doodnormale kinderen.

Net zoals kantoormensen. Netjes op tijd, fris hemdje aan, niet te veel buitensporigheden. Niet veel spanning, maar ook geen verrassingen, zeker geen onaangename. Stiptheid. Reinheid, regelmaat. Alles heeft een prijs.

En dan kijk ik naar mijn eigen leven. Chaos, administratieve rommel, het gevoel dagelijks te vechten om te overleven. Momenteel heb ik geen grote opdracht: hoe ga ik de huur binnen twee maand moeten betalen…? Ik besluit om iets te gaan eten met een vriend. In een restaurant dat ik goedbeschouwd niet kan betalen. Maar ik doe het toch. We zien morgen wel weer, hoe groot de schade is. Het eten wordt een slemppartij, de nacht wenkt, en ik bezwijk. Ik leef, babbel, drink, denk en verzoen me met mijn lot. Dit is wat ik ben, een chaoot en een levensgenieter. Het is niet anders en ik kan niet anders. Ik heb geen haat-liefdeverhouding met structuur, ik blijf er graag en ver van weg.

De volgende ochtend is chaotisch, verward, en ik passeer opnieuw de montere bouwvakker. Oh, wat ben ik weer jaloers! Maar ik besef dat ik niet weggelegd ben voor zo'n leven. De vrijheid om ergens de brui aan te geven, de heerlijke ongebondenheid en de mogelijkheid om te zeggen 'dit hoef ik even niet'.

Je betaalt er een prijs voor. Een hoge, maar een prijs is een reflectie van waarde. En die vrijheid, die is mij veel waard. Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is.

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: vervloekte deadlines

Laat er geen misverstand over bestaan. Ik schrijf graag stukjes en heb aangename klanten. Ze doen niet vervelend. Toch is er één ding dat relaties verziekt en mensen humeurig maakt.

Guido: broodschrijven

Soms schrijf ik teksten voor grote organisaties. Dat maakt me altijd wat zenuwachtig. Je weet dat iedereen een oordeel gaat geven. Vaak gaan de suggesties lijnrecht tegen elkaar in!

Guido: ssst, hier wordt gewerkt… een beetje

Je hoort nogal wat nieuwe begrippen. FIRE (financially independent, retire early), the Great Resignation (over de golf ontslagen na covid). En nu is er ook ‘quiet quitting’. Ik begrijp het niet...

 

Guido: Tour de France

Het is koers. Heerlijk. Niet omdat ik zwijmel van bewondering voor de sportieve prestaties en ploegtactieken. Verre van. Het is gewoon een fantastisch alibi om te zondigen. 

Guido: oud

Ik stapte de tram op, goedgemutst, en ook een beetje overtuigd dat ik er redelijk goed uitzag. Een klein meisje stond op en bood haar plaats aan. Pijnlijk.

Guido: jongeren

Ik ben opgegroeid met een eenvoudig besef: je moet het doen met de kaarten die je hebt.